2
Gebruik de FILTER 1 [CUTOFF] knop om de cutoff frequentie van filter 1 aan te passen.
Als u de knop naar rechts draait (de waarde laat toenemen), wordt het geluid helderder.
3
Gebruik de FILTER 1 [RESONANCE] knop om de resonantie van filter 1 aan te passen.
Door de knop naar rechts te draaien (waardoor de waarde toeneemt), wordt de regio bij de cutoff
frequentie omhoog geduwd. Het effect van resonantie wordt ook sterk beïnvloed door het filter
type en de cutoff frequentie instelling.
Afhankelijk van de cutoff frequentie en het ingangsgeluid, kan vervorming optreden wanneer de
resonantie waarde wordt verhoogd.
4
Gebruik de FILTER 1 [SELECT] knop om FILTER 1 te selecteren en
gebruik de [EG 1 INT] knop om de diepte van het effect dat EG op
de cutoff frequentie van filter 1 zal hebben aan te passen.
Als u de knop meer naar rechts van de middenpositie draait ('+' waar-
des), zal de EG het filter in de positieve richting verplaatsen (dwz: als
het filter type LPF is, zal het geluid helderder worden).
Als u de knop meer naar links van de middenpositie draait ('-' waar-
des), zal de EG het filter in de negatieve richting verplaatsen (dwz: als
het filter type LPF is, zal het geluid donkerder worden).
Filter 2 instellingen
1
Gebruik de FILTER 2 [TYPE] knop om het type filter dat door filter 2
gebruikt zal worden te selecteren.
Iedere keer dat u de knop indrukt zal het filter type veranderen, en de
LED van het geselecteerde filter type zal oplichten.
Het filter type heeft bijzonder veel invloed op het karakter van het
geluid.
Wanneer de FILTER 1 [ROUTING] knop op SINGLE is ingesteld,
wordt filter 2 niet gebruikt en kan niet bewerkt worden.
2
Gebruik de FILTER 2 [CUTOFF] knop om de cutoff frequentie van
filter 2 aan te passen.
Als u de knop naar rechts draait (de waarde laat toenemen), wordt het
geluid helderder.
3
Gebruik de FILTER 2 [RESONANCE] knop om de resonantie van fil-
ter 2 aan te passen.
Door de knop naar rechts te draaien (waardoor de waarde toeneemt),
wordt de regio bij de cutoff frequentie omhoog geduwd. Het effect van
resonantie wordt ook sterk beïnvloed door het filter type en de cutoff
frequentie instelling.
Afhankelijk van de cutoff frequentie en het ingangsgeluid, kan vervorming optreden wanneer de
resonantie waarde wordt verhoogd.
4
Gebruik de FILTER 1 [SELECT] knop om FILTER 2 te selecteren en gebruik de [EG 1 INT]
knop om de diepte van het effect dat EG op de cutoff frequentie van filter 2 zal hebben aan te
passen.
Als u de knop meer naar rechts van de middenpositie draait ('+' waardes), zal de EG het filter in
de positieve richting verplaatsen (dwz: als het filter type LPF is, zal het geluid helderder worden).
Als u de knop meer naar links van de middenpositie draait ('-' waardes), zal de EG het filter in de
negatieve richting verplaatsen (dwz: als het filter type LPF is, zal het geluid donkerder worden).
Bewerken van programma parameters
39