Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Globale Parameters; P01 Global - Korg RADIAS Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Dit zijn de parameters die op de gehele RADIAS van in-
vloed zijn. Voor toegang tot de Global parameters, drukt u
op de [GLOBAL] knop.
Als u de door u gemaakte veranderingen wilt behouden,
moet u de Write operatie uitvoeren. Als u dit niks doet, zul-
len uw instellingen verloren gaan. (☞p.68 '5. Globale para-
meters opslaan – Write').

P01 GLOBAL

P01–1: COMMON
1: Mst Tune (Master Tune)
Past de algehele toonhoogte van de volledige RADIAS in
stappen van 0.1 Hz aan, met betrekking tot de toonhoogte
van de noot A4. gebruik dit om de toonhoogte van de RA-
DIAS met die van andere instrumenten overeen te laten
komen.
2: Transpose
Verschuift de algehele toonhoogte van de volledige RA-
DIAS in stappen van een halve toon (100 cent). Gebruik dit
als u de toonsoort van een song die u speelt wilt transpone-
ren.
Deze instelling heeft een bereik van één octaaf hoger of la-
ger.
3: Position
Specificeert hoe MIDI IN en MIDI OUT binnen de RADIAS
gestuurd zullen worden. Deze instelling heeft invloed op
de manier waarop MIDI data wordt ontvangen en verzon-
den, en hoe arpeggiator data wordt verwerkt.
PostKBD
Via de MIDI IN ontvangen data wordt naar timbres ge-
stuurd, zonder beïnvloed te worden door de interne instel-
lingen van de RADIAS of de arpeggiator. Door het
toetsenbord en de SELECT [1]-[16] toetsen geproduceerde
data wordt door de interne instellingen van de RADIAS
geconverteerd, vervolgens door de arpeggiator en step se-
quencers gestuurd en uiteindelijk naar de timbres en de
MIDI OUT gestuurd.
Keyboard
GLOBAL: Transpose
FRONT PANEL: Octave
GLOBAL: Velocity Curve
114

Globale parameters

[430.0Hz...450.0Hz]
[–12...+12]
[PostKBD, PreTG]
MIDI IN
Timbre 4
Timbre 3
Timbre 2
Arpeggiator
Timbre 1
Step Seq 1
SEQ1/2/3
Step Seq 2
SEQ1/2/3
MIDI OUT
Indien bij de PostKBD instelling zowel de arpeggia-
tor als de step sequencer is aangezet, en MIDI data
die op het toetsenbord wordt gespeeld (of de SE-
LECT [1]-[16] toetsen) op een externe sequencer
wordt opgenomen en dan vanaf de externe sequen-
cer wordt afgespeeld, zal de manier waarop de se-
quens opnieuw wordt ingesteld verschillen. Voor dit
type toepassing gebruikt u de PreTG instelling.
PreTG
Data die via de MIDI In aansluiting is ontvangen, wordt
door de interne instellingen van de RADIAS geconver-
teerd, door de arpeggiator en step sequencers gestuurd en
naar de timbres gezonden.
Door het toetsenbord en de SELECT [1]-[16] toetsen gepro-
duceerde data zal naar de MIDI OUT worden gestuurd,
zonder beïnvloed te zijn door de arpeggiator of welke inter-
ne instelling behalve 'Octave'. Deze data wordt eveneens
door de interne instellingen geconverteerd, door de arpeg-
giator gestuurd en naar de timbres verzonden.
MIDI IN
Toetsenbord
FRONT PANEL: Octave
MIDI OUT
4: VeloCurve (Velocity Curve)
Selecteert hoe volume en klank zullen veranderen in reactie
op velocity (speeldynamiek op het toetsenbord). Deze in-
stelling wordt beïnvloed door de 'Position' instelling.
MAX
(127)
Velocity
MIN (1)
ppp
(MIDI Velocity)
(1)
1: Deze curve vereist dat u sterk speelt om een effect
te produceren.
2, 3:
|
4: Dit is de kenmerkende curve.
5:
|
6: Deze curve produceert een effect zonder dat u
erg sterk hoeft te spelen.
7: Deze curve produceert een redelijk standvastig
effect met weinig verandering voor middelsterk
spel.
8: Deze curve produceert een redelijk standvastig
effect met weinig verandering voor middelsterk
spel (een plattere curve dan 7).
GLOBAL: Transpose
GLOBAL: Velocity Curve
Timbre 4
Timbre 3
Arpeggiator
Timbre 2
Timbre 1
Step Seq 1
SEQ1/2/3
Step Seq 2
SEQ1/2/3
[1...8, CONST]
5
4
3
2
8
7
1
6
Sterkte
fff
(127)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave