Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Curven 7 en 8 produceren weinig verandering bij
middelsterk spel, en zijn daarom geschikt als u geen
velocity nodig heeft of als u een consistent geluid
wenst. Echter, bij zacht gespeelde noten zullen deze
curven een grote verandering produceren, waardoor
deze noten moeilijker te besturen zijn. Kies de curve
die het beste bij uw manier van spelen of bij het effect
dat u wilt bereiken past.
CONST
Alle noten klinken volgens de velocity waarde die bij 'Va-
lue' is gespecificeerd.
5: Value (Velocity Value)
Deze parameter is beschikbaar als 'Vel.Curve' op CONST is
ingesteld.
Alle noten zullen klinken volgens de velocity waarde die u
hier heeft gespecificeerd.
De speeldynamiek op het toetsenbord produceert geen ver-
schil in volume of klank.
6: AudInThru (Audio In Thru)
[Off, Ext In1+2, Ext In1, Ext In2]
Specificeert of het signaal van de INPUT 1 en INPUT 2 jacks
onveranderd zal worden uitgestuurd. Dit biedt een goede
manier om te controleren of signalen via deze jacks correct
worden ontvangen.
Off
De rechtstreekse signalen, ontvangen via de INPUT 1 en
INPUT 2 jack, zullen niet worden uitgestuurd.
Ext In1+2
Het signaal dat via de INPOUT 1 en INPUT 2 jack wordt
ontvangen, zal onveranderd via de MASIN L/MONO en R
jacks worden uitgestuurd.
Ext In1
Het signaal dat via de INPUT 1 jack wordt ontvangen, zal
onveranderd via de MAAIN L/MONO en R jacks worden
uitgestuurd.
Ext In2
Het signaal dat via de INPUT 2 jack wordt ontvangen, zal
onveranderd via de MAAIN L/MONO en R jacks worden
uitgestuurd.
Deze instelling wordt tijdens de Write operatie niet
onthouden. Als u de stroom uitschakelt, staat dit al-
tijd op 'Off'.
7: KnobMode
Specificeert het gedrag van de knoppen op het voorpaneel
tijdens bewerking.
Jump
Als u aan de knop draait, zal de parameterwaarde naar de
waarde die door de knop wordt aangegeven springen, on-
geacht de opgeslagen waarde. Aangezien u hiermee de re-
sultaten gemakkelijker kunt horen tijdens het bewerken,
raden wij u aan deze instellingen tijdens het bewerken te
gebruiken.
Catch
Als u aan de knop draait, zal de parameterwaarde niet ver-
anderen totdat de positie van de knop met de opgeslagen
waarde overeenkomt. Wij raden u aan deze instelling te ge-
bruiken als u niet wilt dat het geluid abrupt verandert, bij-
voorbeeld tijdens een live uitvoering.
8: LCD Cont (LCD Contrast)
Stelt het contrast van het LCD scherm bij.

P02 MEMORY

P02–1: MEMORY
Dit zijn de parameters van het interne geheugen van de
RADIAS.
[001...127]
1: Protect
Geeft aan of het interne geheugen beveiligd is.
Off
Het interne geheugen is niet beveiligd, en u kunt in het in-
terne geheugen van de RADIAS opslaan.
On
Het interne geheugen is beveiligd, en de volgende Write
operaties zijn niet toegestaan.
• Opslaan van programma of drum instellingen.
• Laden van fabrieksdata
• Ontvangen van een data dump.
2: PageMem (Page Memory)
Specificeert of de Page memory functie wordt ingescha-
keld.
Off
Bij het binnengaan van een bewerkingsmode of de Global
mode, zal de eerste pagina van die mode altijd in het
scherm worden getoond. In de verscheidene bewerkings-
modes is dit de P01: NAME pagina van de betreffende mo-
de. In de Global mode zal de GLOBAL pagina verschijnen.
On
Als u een bewerkingsmode of de Global mode binnengaat,
zal de pagina, die u het laatst heeft bekeken toen u de be-
[Jump, Catch]
treffende mode verliet, in het scherm worden getoond.
3: PageJump
Als PageJump aan staat, zal de bewerkingspagina, die de
parameter bevat die door de voorpaneel knop die u bedient
wordt bestuurd, automatisch in het scherm verschijnen.
4. Utility
[000...015]
[Off, On]
[Off, On]
[Off, On]
115

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave