[TUNE] knop
Met deze knop wordt de toonhoogte van oscillator 2
nauwkeuriger bijgesteld.
7. UNISON
[UNISON – FRMNT REC] knop
UNISON : zet de unisono functie aan/uit.
FRMNT REC: bij het bewerken van vocoder instellingen
wordt hiermee formant motion data opgenomen, die
met de Formant Motion functie gebruikt kunnen wor-
den.
8. MIXER
[OSC1 – SCR1] knop
OSC 1: past het volume van oscillator 1 aan.
SCR 1: bij het bewerken van vocoder instellingen wordt
hiermee het volume van invoer 1 (timbre) naar de car-
rier bijgesteld.
[OSC2 – SRC2] knop
OSC 1: past het volume van oscillator 2 aan.
SCR 1: bij het bewerken van vocoder instellingen wordt
hiermee het volume van invoer 2 (bijv. een externe in-
voer) naar de carrier bijgesteld.
[NOISE] knop
Past het volume van de noise generator aan.
9. FILTER
[CUTOFF – FC OFFSET] knop
CUTOFF: past de cutoff frequentie van filter 1 aan.
FC OFFSET: bij het bewerken van vocoder instellingen
wordt hiermee de cutoff frequentie offset waarde van
het synthese filter aangepast.
[RESONANCE] knop
RESONANCE: past de resonantie van filter 1 aan.
RESONANCE: bij het bewerken van vocoder instellin-
gen wordt hiermee de resonantie van de synthese filters
aangepast.
[TYPE] knop
Selecteert het type filter dat door filter 1 wordt gebruikt.
Een positie tussen markeringen zal een kenmerk halver-
wege de twee filtertypes produceren, waardoor u de
proportie van de twee types kunt bijstellen.
[ROUTING – MODULATOR] knop
ROUTING: dit specificeert de routing (combinatie) van
filters 1 en 2.
MODULATOR: bij het bewerken van vocoder instellin-
gen wordt hiermee de modulator geselecteerd.
10. FILTER 2
[CUTOFF – THRESHOLD] knop
CUTOFF: past de cutoff frequentie van filter 2 aan.
THRESHOLD: bij het bewerken van vocoder instellin-
gen, past dit het uitgangsniveau van het HPF (Hoog Pas
Filter) aan, dat op het modulator ingangssignaal wordt
toegepast (dwz: de INPUT 2 jack).
[RESONANCE - HPF LEVEL] knop
RESONANCE: stelt de resonantie van filter 2 bij.
HPF LEVEL: tijdens het bewerken van vocoder instellin-
gen, past dit het uitgangsniveau van het HPF (hoogpas
filter) aan,
dat op het ingangssignaal van de modulator wordt toe-
gepast (d.w.z: de INPUT 2 jack).
[TYPE – FRMNT SHIFT] knop
TYPE: selecteert het type filter dat door filter 2 gebruikt
wordt.
FRMNT SHIFT: bij het bewerken van vocoder instellin-
gen, wordt hiermee de hoeveelheid formant shift aange-
past.
11. FILTER COMMON
[SELECT] knop
Selecteert welk filter beïnvloed zal worden door het aan-
passen van de EG1 INT knop en KEY TRACK knop. De
LED, corresponderend met het filter dat u selecteert, zal
oplichten.
[EG1 INT – FC MOD INT] knop
EG1 INT: Past de hoeveelheid EG1 (diepte) aan, die op
de filter cutoff frequentie wordt toegepast.
FC MOD INT: bij het bewerken van vocoder instellin-
gen, past dit de diepte van de modulatie die op de cutoff
frequentie of het synthese filter wordt toegepast aan. De
modulatiebron wordt met de [SOURCE – FC MOD SRC]
knop van de Virtuele Patch sectie geselecteerd.
[KEY TRACK – E.F.SENS] knop
KEY TRACK: past de hoeveelheid keyboard tracking
aan, die op het filter zal worden toegepast. Hierdoor
wordt mogelijk gemaakt dat noten die hoger op het toet-
senbord worden gespeeld een andere filter cutoff heb-
ben dan noten die lager op het toetsenbord worden
gespeeld.
E.F. SENS: bij het bewerken van vocoder instellingen,
wordt hiermee de gevoeligheid van de envelope follo-
wer in de vocoder sectie aangepast.
12. AMP
[LEVEL – VC LEVEL] knop
LEVEL: past het volume van het geselecteerde timbre
aan.
VC LEVEL: bij het bewerken van vocoder instellingen,
wordt hiermee het uitgangsniveau van de vocoder bij-
gesteld.
[PAN – DIRECT LEVEL] knop
PAN: past de pan positie van het geselecteerde timbre
aan.
DIRECT LEVEL: bij het bewerken van vocoder instellin-
gen, wordt hiermee het rechtstreekse uitgangsniveau
van de modulator aangepast (dwz: INPUT 2 jack).
Voorpaneel
11