Installatie
4
Aansluiting encoder en resolver
4.16 Aansluiting encoder en resolver
Algemene
installatie
voorschriften
Afscherming
aarden
Bij de regelaar
58
AANWIJZINGEN
•
De aansluitschema's laten niet het kabeleinde zien, maar de aansluiting op de
motor of MOVIDRIVE
•
De in de aansluitschema's aangegeven aderkleuren op basis van kleurcodes
volgens IEC 757 komen overeen met de aderkleuren van de geprefabriceerde
kabels van SEW.
•
De Sub-D-connectors in de aansluitschema's hebben een 4/40 UNC-schroefdraad.
•
Max. kabellengte regelaar - encoder/resolver: 100 m (328 ft) bij een kabelcapaciteit
van  120 nF/km.
•
Kabeldoorsnede: 0,20 ... 0,5 mm
•
Als u een ader van de resolver/encoderkabel afsnijdt, moet u het afgesneden ader-
uiteinde isoleren.
•
Gebruik afgeschermde kabels met paarsgewijs getwiste aders en aard de afscher-
ming aan beide zijden met een groot contactoppervlak:
– bij de encoder in de wartel of in de steker van de encoder;
– bij de regelaar in de behuizing van de Sub-D-connector.
•
Breng de encoder- of resolverkabel ruimtelijk gescheiden van vermogenskabels aan.
Aard de afscherming van de encoder- of resolverkabel met een groot contactoppervlak.
Aard de afscherming aan de regelaarzijde in de behuizing van de sub-D-connector
(Æ onderstaande afbeelding).
Technische handleiding – Applicatieregelaar MOVIDRIVE
®
.
2
(AWG 24 ... 20).
01939BXX
®
MDX60B/61B