Veiligheidsaanwijzingen
2
Veilige scheiding
2.7
Veilige scheiding
2.8
Bedrijf
8
Het apparaat voldoet aan alle vereisten voor een veilige scheiding van vermogens- en
elektronica-aansluitingen volgens EN 61800-5-1. Alle aangesloten stroomcircuits
moeten eveneens aan de vereisten voor een veilige scheiding voldoen.
Installaties met ingebouwde applicatieregelaars moeten eventueel met aanvullende be-
wakings- en beveiligingsvoorzieningen worden uitgevoerd overeenkomstig de geldende
veiligheidsvoorschriften, bijvoorbeeld de wettelijke bepalingen m.b.t. technisch mate-
riaal, veiligheidsvoorschriften, enz. Het is toegestaan om wijzigingen aan te brengen
aan de applicatieregelaar met de bedieningssoftware.
Raak spanningsvoerende componenten en vermogensaansluitingen niet onmiddellijk
aan, nadat de applicatieregelaars geschieden zijn van de voedingsspanning, omdat de
condensatoren nog opgeladen kunnen zijn. Neem de desbetreffende informatiestickers
op de applicatieregelaar in acht.
Houd tijdens bedrijf alle afdekkingen en deuren gesloten.
Als de bedrijfsleds en andere indicatoren uitgaan, betekent dit niet automatisch dat het
apparaat van het net losgekoppeld en spanningsloos is.
Mechanische blokkeringen of veiligheidsfuncties in het apparaat kunnen tot gevolg
hebben dat de motor tot stilstand komt. Als de storing is verholpen of een reset wordt
uitgevoerd, kan dit ertoe leiden dat de aandrijving vanzelf weer aanloopt. Als dit voor de
aangedreven machine om veiligheidsredenen niet is toegestaan, moet het apparaat
eerst van het net gescheiden worden, voordat u de storing verhelpt.
Technische handleiding – Applicatieregelaar MOVIDRIVE
®
MDX60B/61B