Inbedrijfstelling
I
5
Voorbereiding en hulpmiddelen
0 0
5.2
Voorbereiding en hulpmiddelen
80
•
Controleer de installatie.
GEVAAR!
Gevaar voor letsel door onbedoeld aanlopen van de motor.
Dood of zeer zwaar letsel.
•
Voorkom onbedoeld aanlopen van de motor, bijvoorbeeld door het elektronica-
klemmenblok X13 los te maken.
•
Afhankelijk van de applicatie dienen er extra veiligheidsmaatregelen getroffen te
worden om risico's voor mens en machine te voorkomen.
•
Bij inbedrijfstelling met programmeerapparaat DBG60B:
Steek de steker van het programmeerapparaat DBG60B op de XT-insteekplaats.
•
Bij inbedrijfstelling met pc en MOVITOOLS
Sluit een interface-omvormer (bijv. USB11A) aan op XT-insteekplaats en koppel
deze met een interfacekabel (RS232) aan de pc. Installeer en start MOVITOOLS
op de pc.
•
Schakel de netspanning en eventueel de DC 24V-voeding in.
•
Controleer of de parameters goed zijn ingesteld (bijv. fabrieksinstelling).
•
Controleer de ingestelde klemmenbezetting (Æ P60_ / P61_).
AANWIJZING
Door de inbedrijfstelling wordt een groep parameterwaarden automatisch veran-
derd. De beschrijving van de parameter P700 "Operating modes" laat zien om welke
parameters het gaat. De parameterbeschrijving vindt u in het systeemhandboek
®
MOVIDRIVE
MDX60/61B, hoofdstuk "Parameters".
Technische handleiding – Applicatieregelaar MOVIDRIVE
®
:
®
®
MDX60B/61B