Inbedrijfstelling
I
5
Inbedrijfstelling met programmeerapparaat DBG60B
0 0
Inbedrijfstelling
toerentalregelaar
86
Eerst wordt de inbedrijfstelling zonder toerentalregelaar (Æ paragraaf "Inbedrijfstellings-
procedure, stap 1 tot 17") uitgevoerd.
Let op: stel de bedrijfssoort VFC-n-REGELING in.
1. Start de inbedrijfstelling van de toerentalregeling met "JA".
2. De ingestelde bedrijfssoort wordt weergegeven. Als deze juist
is ingesteld, gaat u naar de volgende menuregel.
3. Selecteer het juiste encodertype.
4. Stel het juiste aantal pulsen van de encoder in.
BIJ SEW-MOTOREN
5. Geef aan of de motor een rem heeft.
6. Stel de stijfheid van het regeltraject in.
Als de aandrijving dreigt te oscilleren Æ instelling < 1.
Als de uitregeltijd te lang is Æ instelling > 1
Aanbevolen instelbereik: 0,90 ... 1 ... 1,10
7. Geef aan of de motor een zware ventilator (Z-ventilator) heeft.
BIJ NIET-SEW-MOTOREN
5. Voer het traagheidsmoment van de motor in.
6. Stel de stijfheid van het regeltraject in.
Als de aandrijving dreigt te oscilleren Æ instelling < 1.
Als de uitregeltijd te lang is Æ instelling > 1
Aanbevolen instelbereik: 0,90 ... 1 ... 1,10
7. Voer het traagheidsmoment van rem en ventilator in.
8. Voer het naar de motoras omgerekende massatraagheids-
moment van de belasting (reductor en last) in.
Technische handleiding – Applicatieregelaar MOVIDRIVE
C01*BEDR.SOORT 1
VFC1 & VANGEN
VFC-n-REGELING
VFC1-n-REG.GROEP
C09*INBEDR.n-REG
NEE
JA
C00*INBEDRIJFSTL
PARAMETERSET 2
VFC-n-REGELING
C15*ENCODERTYPE
INCREM. ENC. TTL
SINUS-ENCODER
INCREM. ENC. HTL
C16*ENC. PULSEN
512 inc
1024 inc
2048 inc
C17*REM
ZONDER
MET
C18*
STIJFHEID
+1.000
C19*VERZW. VENT.
ZONDER
MET
2
D00*
10e–4kgm
J0 VAN DE MOTOR
+4.600
C18*
STIJFHEID
+1.000
2
D00*
10e–4kgm
J REM+VENTILATOR
+1.000
2
C20*
10e–4kgm
LASTTRAAGHEID
+0.200
®
MDX60B/61B