7.7 Vultrechter monteren
De afsluitschroeven (Q) zijn na de
eerste montage met een
bescherming tegen verlies met de
vultrechter verbonden.
● Afsluitschroeven (Q) op het sleufgat
van de vultrechter plaatsen en volledig
indraaien.
● Vultrechter (A) aan het scharnier (1) op
het basisapparaat monteren en naar
voren zwenken.
● Draai beide sluitbouten (Q) gelijktijdig
aan.
7.8 Vultrechter demonteren
● De twee afsluitschroeven (Q)
zover losdraaien, tot deze
losgaan. De twee schroeven blijven op
de vultrechter
● Klap de vultrechter (A) naar achteren
en verwijder deze.
7.9 Brandstof en motorolie
Vul motorolie bij voordat u het
apparaat voor de eerste keer start
( zie gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor).
Motorolie
Gegevens over de te gebruiken motorolie
en de vulhoeveelheid olie vindt u in de
gebruiksaanwijzing onder het punt van de
verbrandingsmotor. Controleer de inhoud
regelmatig ( zie gebruiksaanwijzing
0478 216 9908 B - NL
verbrandingsmotor). Zorg ervoor dat de
olie niet onder of boven het juiste peil komt
te staan.
10
Brandstof
Advies:
verse merkbrandstoffen, loodvrije benzine
( zie gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor). Gebruik voor het
tanken een trechter (wordt niet
meegeleverd). Neem de waarschuwingen
in het hoofdstuk "Voor uw veiligheid" in
acht. ( 4.)
8. Aanwijzingen voor werken
Gevaar voor letsel!
Neem de
veiligheidswaarschuwingen in het
hoofdstuk ¨Voor uw veiligheid¨ in
11
acht. ( 4.)
De tuinhakselaar mag maar door
één persoon worden gevuld.
8.1 Werkgebied van de gebruiker
● De gebruiker dient zich tijdens de
totale duur van de
werkzaamheden (wanneer de
12
elektromotor ingeschakeld is of de
verbrandingsmotor draait) uit
veiligheidsoverwegingen altijd in het
werkgebied (grijs vlak X) op te houden,
in het bijzonder om te voorkomen dat hij
door teruggeworpen materiaal gewond
raakt.
Ga iets opzij van de vultrechter staan om
hakselmateriaal bij te vullen.
Gevaar voor letsel!
De schuin geplaatste messenset
kan hard materiaal laten
terugslaan! De gebruiker kan
ernstig letsel oplopen door
terugslaand hard materiaal. Ga
nooit direct achter de vultrechter
staan om letsel door terugslag te
voorkomen.
8.2 Welk materiaal kan er worden
verwerkt?
De tuinhakselaar kan boom-
of heggensnoeisel, en takken
met veel of weinig
vertakkingen verwerken.
Boom- en heggensnoeisel moet in
verse toestand worden verwerkt,
omdat het hakselvermogen bij vers
hakselgoed hoger is dan bij
uitgedroogd of nat materiaal.
De verwerking van droog
hakselgoed verhoogt het risico van
terugslag. De gebruiker kan ernstig
letsel oplopen door
13
terugspringende takken.
8.3 Welk materiaal kan niet worden
verwerkt?
Stenen, glas, metaal (draad,
spijkers ...) of kunststof
mogen niet in de
tuinhakselaar komen.
Hoofdregel:
materialen die niet op de compost horen,
mogen ook niet met de tuinhakselaar
worden verwerkt.
77