7 Opsporen en verhelpen van storingen
7
Opsporen en verhelpen van
storingen
Als de producten in de ruimte/koelvitrine kunnen bederven bij een
systeemstoring, dan kunt u uw installateur vragen om een alarm te
installeren (bijvoorbeeld een lamp). Voor meer informatie, neem
contact op met uw installateur.
Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan
onderstaande maatregelen en neem contact op met uw verdeler.
WAARSCHUWING
Stop de werking en schakel de voeding UIT als er zich
iets abnormaals voordoet (brandgeur, enz.).
Als u de unit onder dergelijke omstandigheden laat
werken, kan dit leiden tot een defect, elektrische schok of
brand. Neem contact op met uw dealer.
ALLEEN een erkend servicetechnicus mag het systeem repareren.
Storing
Een beveiliging, zoals bijvoorbeeld een
zekering, een stroomonderbreker, of
een aardlekschakelaar, worden vaak
geactiveerd, of de AAN/UIT-schakelaar
werkt niet goed.
Water (geen dooiwater) lekt uit de unit.
De bedrijfsschakelaar werkt NIET goed. Schakel de voeding UIT.
Het unitnummer staat op het display
van de gebruikersinterface, het
bedrijfslampje knippert en de
storingscode wordt aangegeven.
De veiligheidsklep is geopend.
Als het systeem NIET goed werkt, behalve voor de hiervoor
vermelde gevallen, en geen van de vermelde storingen van
toepassing is, volg dan de volgende procedures om na te gaan wat
er misloopt.
Storing
Indien het systeem
▪ Controleer
helemaal niet werkt.
stroomonderbreking is. Wacht tot de
stroom is hersteld. Als de stroom tijdens
de werking uitvalt, zal het systeem
automatisch herstarten direct nadat de
stroom is hersteld.
▪ Controleer of er geen zekering is
doorgebrand of een onderbreker in
werking is gesteld. Vervang indien nodig
de zekering of reset de onderbreker.
Het systeem stopt
▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van
meteen nadat het
de buitenunit of de binnenunit niet
begint te draaien.
geblokkeerd
obstakels en zorg ervoor dat de lucht vrij
kan circuleren.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
12
Maatregel
Neem contact op met uw
dealer of installateur.
Stop de werking.
Verwittig uw installateur
en geef hem de
storingscode door.
1
Stop de werking.
2
Schakel de voeding
UIT.
3
Meld
dit
aan
uw
installateur.
Maatregel
of
er
geen
is.
Verwijder
eventuele
Storing
Het systeem werkt,
▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van
maar koelt
de buitenunit of de binnenunit niet
onvoldoende.
geblokkeerd
obstakels en zorg ervoor dat de lucht vrij
(voor binnenunits
kan circuleren.
koelkast en
diepvrieskast)
▪ Controleer of er zich geen ijs op de
binnenunit bevindt. Ontdooi de unit
handmatig
ontdooibedrijfscyclus in.
▪ Controleer of er niet te veel producten in
de ruimte/koelvitrine staan. Verwijder
enkele producten.
▪ Controleer
rondstromen in de ruimte/koelvitrine. Leg
de producten in de ruimte/koelvitrine op
een andere plaats.
▪ Controleer of er niet te veel stof op de
warmtewisselaar van de buitenunit ligt.
Verwijder het stof met een borstel of een
stofzuiger;
Raadpleeg indien nodig uw dealer.
▪ Controleer of er koude lucht uit de
ruimte/koelvitrine
maatregelen om te voorkomen dat er
koude lucht ontsnapt.
▪ Controleer of u het instelpunt van de
temperatuur van de binnenunit niet te
hoog hebt ingesteld. Stel het instelpunt
juist in.
▪ Controleer of er geen producten met een
hoge temperatuur in de ruimte/koelvitrine
staan. Sla producten altijd pas op nadat
zij zijn afgekoeld.
▪ Controleer of de deur niet te lang wordt
geopend. Verminder de openingsduur
van de deur.
Neem na controle van alle bovenstaande punten als u het probleem
niet zelf kunt oplossen contact op met uw installateur. Geef hem de
symptomen door, de volledige modelnaam van de unit (met indien
mogelijk ook het fabricagenummer) en de installatiedatum.
7.1
Foutcodes: Overzicht
Hierna vindt u een lijst met storingscodes als referentie. Indien een
storingscode verschijnt, neem dan contact op met uw installateur om
hem de storingscode te melden en om advies te vragen.
Code
Oorzaak
Elektrisch lek
De afsluiter van een
buitenunit is dicht gelaten.
De afsluiter van een
buitenunit is dicht gelaten.
De luchtdoorstroming is
geblokkeerd.
Faseverlies in voeding.
Onvoldoende
voedingsspanning
Maatregel
is.
Verwijder
eventuele
of
kort
of
de
lucht
vrij
kan
gebruik
geen
water.
ontsnapt.
Neem
Oplossing
Herstart de unit. Raadpleeg
uw verdeler als het
probleem niet opgelost is.
Open de afsluiter aan
zowel de gas- als de
vloeistofzijde.
Open de afsluiter aan
zowel de gas- als de
vloeistofzijde.
Verwijder voorwerpen die
de luchtstroom naar de
buitenunit blokkeren.
Controleer de aansluiting
van de voedingskabel.
Controleer of de
voedingsspanning in orde
is.
LREN8~12A + LRNUN5A
CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit
4P704141-1F – 2024.12
de