Samenvatting van Inhoud voor Daikin CO2 ZEAS LREN8A Y1B Series
Pagina 1
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit LREN8A▲Y1B▼ LRNUN5A▲Y1▼ ▲= 1, 2, 3, …, 9 ▼= , , 1, 2, 3, …, 9 LREN10A▲Y1B▼ LREN12A▲Y1B▼...
Pagina 2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over de documentatie Over dit document ................................. 2 Algemene veiligheidsmaatregelen Over de documentatie ..............................2.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ..................Voor de installateur................................ 2.2.1 Algemeen ............................... 2.2.2 Plaats van installatie ............................2.2.3 Koelmiddel — in geval van R744 ........................2.2.4 Elektrisch................................
Pagina 3
Inhoudsopgave 14.1.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van de buitenunit in koude klimaten......14.1.3 Bijkomende vereisten voor de installatieplaats voor CO₂-koelmiddel ............14.2 De unit openen en sluiten.............................. 14.2.1 Over het openen van de units ........................14.2.2 De buitenunit openen............................ 14.2.3 Schakelkast van de buitenunit openen ......................
Pagina 4
Inhoudsopgave 17.5 Koelmiddel vullen ................................127 17.6 Label hoeveelheid koelmiddel aanbrengen........................128 18 Installatie van de buitenunit voltooien 18.1 De isolatieweerstand van de compressor controleren ....................129 19 Configuratie 19.1 Lokale instellingen uitvoeren ............................130 19.1.1 Over lokale instellingen ..........................130 19.1.2 Toegang tot de componenten voor lokale instellingen ................
Pagina 5
Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). LREN8~12A + LRNUN5A Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker CO₂...
Pagina 6
Algemene veiligheidsmaatregelen 2 Algemene veiligheidsmaatregelen 2.1 Over de documentatie ▪ De originele instructies zijn opgesteld in het Engels. Alle andere talen zijn vertalingen van de oorspronkelijke instructies. ▪ De in dit document beschreven voorzorgsmaatregelen gaan over heel belangrijke onderwerpen; volg ze nauwkeurig op. ▪...
Pagina 7
WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin- documentatie). WAARSCHUWING Scheur plastic verpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, en zeker geen kinderen, ermee kan spelen.
Pagina 8
Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat kleine dieren kunnen gaan nestelen in de unit. Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken. VOORZICHTIG Draag gepaste persoonlijke beschermende uitrusting (beschermende handschoenen, veiligheidsbril, enz.) wanneer u het systeem installeert of onderhoudt.
Pagina 9
WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de geldende wetgeving (bijvoorbeeld de nationale gasregelgeving) en mogen ALLEEN door bevoegde personen worden uitgevoerd. OPMERKING ▪...
Pagina 10
Algemene veiligheidsmaatregelen 2.2.3 Koelmiddel — in geval van R744 Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding voor de installateur van uw toepassing. WAARSCHUWING Zet de toestellen bij het testen NOOIT onder meer druk dan de maximaal toelaatbare druk (zoals aangegeven op het naamplaatje van de unit).
Pagina 11
Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ Zie het naamplaatje of het label met de koelmiddelvulling van de unit in geval u koelmiddel moet bijvullen. Hierop vindt u het type van het koelmiddel en de vereiste hoeveelheid. ▪ Ongeacht of de unit wel of niet in de fabriek met koelmiddel is gevuld, in beide gevallen moet u misschien extra koelmiddel bijvullen, afhankelijk van de leidingmaten en -lengtes van het systeem.
Pagina 12
Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING ▪ Gebruik ALLEEN koperen draden. ▪ De lokale bedrading moet voldoen aan de nationale bedradingsvoorschriften. ▪ Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het product meegeleverd bedradingsschema worden uitgevoerd. ▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer of ze NIET met leidingen of scherpe randen in contact komen.
Pagina 13
Algemene veiligheidsmaatregelen Leg de stroomkabels op minstens 1 meter afstand van televisietoestellen en radio's om storingen te voorkomen. Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand van 1 meter soms NIET. OPMERKING ALLEEN van toepassing als de elektrische voeding driefasig is en de compressor een AAN/UIT-startmethode heeft.
Pagina 14
WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud, reparaties en gebruikte materialen moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin (inclusief alle documenten vermeld in"documentatieset") en daarnaast ook met de geldende wetgeving en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd. In Europa en gebieden waar de IEC- normen gelden, is EN/IEC 60335-2-40 de toepasselijke norm.
Pagina 15
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur Over de unit en opties (zie "13 Over de units en opties" [ 48]) WAARSCHUWING ALLEEN koelonderdelen die ook ontworpen zijn voor R744 (CO ) mogen op het systeem worden aangesloten. Installatie van de unit (zie "14 Installatie van de unit" [ 59]) GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN...
Pagina 16
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING Installeer de unit ALLEEN op een plaats waar de deuren van de ruimte NIET volledig afsluiten. VOORZICHTIG Toestel NIET toegankelijk voor iedereen; installeer het op een beveiligde plaats die niet voor iedereen toegankelijk is. De apparatuur voldoet aan de eisen voor commerciële en licht-industriële locaties indien vakkundig geïnstalleerd en onderhouden.
Pagina 17
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING Verwijder de dichtgedraaide leiding NOOIT door hardsolderen. Gas of olie die nog overblijft in de afsluiter kan de dichtgedraaide leiding wegblazen. WAARSCHUWING Wanneer de afsluiters tijdens servicewerkzaamheden worden gesloten, stijgt de druk in het gesloten circuit door de hoge omgevingstemperatuur. Houd de druk onder de ontwerpdruk.
Pagina 18
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING Alle geïnstalleerde veiligheidskleppen MOETEN naar buiten toe ontluchten en NIET naar een afgesloten ruimte. WAARSCHUWING Installeer de veiligheidskleppen volgens de geldende nationale regelgeving. WAARSCHUWING Om te controleren of de veiligheidsklep(pen) en de omschakelklep correct zijn geïnstalleerd, is een lektest verplicht.
Pagina 19
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur "16 Elektrische installatie" [ 107]) Elektrische installatie (zie GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE WAARSCHUWING De elektrische bedrading MOET in overeenstemming zijn met de instructies in: ▪ Deze handleiding. Zie "16 Elektrische installatie" [ 107]. ▪ Het bij de unit geleverde bedradingsschema van de buitenunit, op de binnenkant bovenplaat.
Pagina 20
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING Gebruik een alpolige schakelaar met een contactscheiding van minstens 3 mm om het contact volledig te verbreken onder overspanningscategorie III. WAARSCHUWING Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn vertegenwoordiger, zijn servicevertegenwoordiger of gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen om een gevaarlijke situatie te voorkomen.
Pagina 21
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING Als een deel van het systeem al (per ongeluk) werd ingeschakeld, dan kan instelling [2-21] op de buitenunit op waarde 1 worden ingesteld om de expansiekleppen (Y1E, Y2E, Y7E, Y8E, Y15E) te openen. Inbedrijfstelling (zie "20 Inbedrijfstelling" [ 136]) GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE...
Pagina 22
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur GEVAAR: RISICO OP ONTPLOFFING Afpompen – Koelmiddellekken Het systeem NOOIT afpompen. Mogelijk gevolg: Als in de unit meer dan 5,2 kg geblokkeerd zit, kan er koelmiddel vrijkomen via de veiligheidsklep. Bij het afpompen met een lek in het systeem bestaat er kans op zelfontbranding en explosie van de compressor door lucht die in de draaiende compressor terechtkomt.
Pagina 23
Voor de gebruiker LREN8~12A + LRNUN5A Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit 4P704142-1C – 2024.12...
Pagina 24
Veiligheidsinstructies voor de gebruiker 4 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker Leef altijd de volgende veiligheidsinstructies en voorschriften na. 4.1 Algemeen WAARSCHUWING Indien u twijfels heeft over de bediening van de unit, neem contact op met uw dealer. WAARSCHUWING Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf een leeftijd van 8 jaar en door personen met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale mogelijkheden of een gebrek aan ervaring en kennis als het gebruik van het...
Pagina 25
Veiligheidsinstructies voor de gebruiker voorkomen van mogelijke negatieve gevolgen voor milieu en menselijke gezondheid. Voor meer informatie, contacteer uw installateur of de plaatselijke overheid. ▪ Batterijen dragen het volgende symbool: Dit betekent dat de batterijen NIET met ongesorteerd huishoudelijk afval gemengd mogen worden.
Pagina 26
Veiligheidsinstructies voor de gebruiker VOORZICHTIG Als de unit binnen wordt geïnstalleerd, moet zij ALTIJD worden uitgerust met een beveiliging met een elektrische voeding zoals een CO -koelmiddellekdetector (lokaal te voorzien). Om efficiënt te zijn, moet de unit na de installatie ALTIJD van stroom voorzien zijn. Als de CO -koelmiddellekdetector om wat voor reden dan ook uitgeschakeld is, moet u ALTIJD een draagbare CO...
Pagina 27
Veiligheidsinstructies voor de gebruiker "5 Over het systeem" [ 30]) Over het systeem (zie WAARSCHUWING Wijzig, demonteer, verwijder, herinstalleer of repareer de unit NIET zelf aangezien een verkeerde demontage of installatie een elektrische schok of brand kan veroorzaken. Neem contact op met uw dealer. Onderhoud en service (zie "8 Onderhoud en service" [...
Pagina 28
Veiligheidsinstructies voor de gebruiker WAARSCHUWING ▪ Doorboor, doorsteek verbrandt GEEN cyclusonderdelen van het koelmiddel. ▪ Let op: het koelmiddel in het systeem is geurloos. WAARSCHUWING Het R744-koelmiddel (CO ) in de unit is geurloos, niet- ontvlambaar en lekt normaal NIET. Als de unit binnen geïnstalleerd is, moet u ALTIJD een CO detector installeren zoals voorgeschreven door de norm EN378.
Pagina 29
Veiligheidsinstructies voor de gebruiker VOORZICHTIG Schakel de voeding volledig uit voordat u de klemmen aanraakt. Oplossen van problemen (zie "9 Opsporen en verhelpen van storingen" [ 37]) WAARSCHUWING Stop de werking en schakel de voeding UIT als er zich iets abnormaals voordoet (brandgeur, enz.). Als u de unit onder dergelijke omstandigheden laat werken, kan dit leiden tot een defect, elektrische schok of brand.
Pagina 30
Over het systeem 5 Over het systeem WAARSCHUWING Wijzig, demonteer, verwijder, herinstalleer of repareer de unit NIET zelf aangezien een verkeerde demontage of installatie een elektrische schok of brand kan veroorzaken. Neem contact op met uw dealer. OPMERKING Gebruik het systeem NIET voor andere doeleinden. Gebruik de unit NIET voor het koelen van precisie-instrumenten of kunstwerken;...
Pagina 31
Over het systeem 5.1 Systeemlay-out INFORMATIE De volgende afbeelding is slechts een voorbeeld en komt mogelijk NIET volledig overeen met de lay-out van uw systeem. a Hoofdbuitenunit (LREN*) b Capacity up unit (LRNUN5*): alleen in combinatie met LREN12* c Veiligheidsklep (zak met accessoires) d Binnenunit voor koeling (koelvitrine) (lokaal te voorzien) e Binnenunit voor koeling (koelblazer) (lokaal te voorzien) f Veiligheidsklep (lokaal te voorzien)
Pagina 32
Werking 6 Werking 6.1 Bedrijfsmodi Het systeem laat slechts één bedrijfsstand toe: koeling. 6.2 Werkingsbereik Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuurbereiken om een veilige en efficiënte werking te verzekeren. Temperatuurtype Temperatuurbereik Buitentemperatuur –20~43°C droge bol Verdampingstemperatuur Lage temperatuur –40~-20°C droge bol Middelmatige –20~5°C droge bol temperatuur...
Pagina 33
Energie besparen en optimale werking 7 Energie besparen en optimale werking Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om voor een optimale werking van het systeem te zorgen. ▪ Pas de kamertemperatuur aan voor een aangename omgeving. ▪ Stel de verdampingstemperatuur voor koeling goed in in de instellingen van de buitenunit.
Pagina 34
Onderhoud en service 8 Onderhoud en service WAARSCHUWING Vervang NOOIT een zekering door een zekering met een andere waarde of andere draden als een zekering is doorgebrand. Het gebruik van een draad of koperdraad kan een uitval van de unit of brand veroorzaken. VOORZICHTIG: Kijk uit voor de ventilator! De unit inspecteren met een draaiende ventilator is gevaarlijk.
Pagina 35
Onderhoud en service ▪ Controleer en verwijder alles dat de inlaat- en uitlaatopeningen van de binnen- en buitenunits zou kunnen blokkeren. ▪ Maak de koelvitrines en koelblazers schoon. Houd u aan de tips voor het onderhoud procedures voor schoonmaken montagehandleidingen/gebruiksaanwijzingen van de binnenunits. ▪...
Pagina 36
Onderhoud en service WAARSCHUWING Wijzig, demonteer, verwijder, herinstalleer of repareer de unit NIET zelf aangezien een verkeerde demontage of installatie een elektrische schok of brand kan veroorzaken. Neem contact op met uw dealer. LREN8~12A + LRNUN5A Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker CO₂...
Pagina 37
Opsporen en verhelpen van storingen 9 Opsporen en verhelpen van storingen Als de producten in de ruimte/koelvitrine kunnen bederven bij een systeemstoring, dan kunt u uw installateur vragen om een alarm te installeren (bijvoorbeeld een lamp). Voor meer informatie, neem contact op met uw installateur. Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan onderstaande maatregelen en neem contact op met uw verdeler.
Pagina 38
Opsporen en verhelpen van storingen Storing Maatregel Het systeem werkt, maar ▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de koelt onvoldoende. buitenunit of de binnenunit niet geblokkeerd is. Verwijder eventuele obstakels en zorg ervoor dat (voor binnenunits koelkast de lucht vrij kan circuleren. en diepvrieskast) ▪...
Pagina 39
Opsporen en verhelpen van storingen Code Oorzaak Oplossing De luchtdoorstroming is Verwijder voorwerpen die de geblokkeerd. luchtstroom naar de buitenunit blokkeren. Faseverlies in voeding. Controleer de aansluiting van de voedingskabel. Onvoldoende voedingsspanning Controleer of de voedingsspanning in orde is. Communicatiestoring tussen de Controleer de aansluiting van de capacity up unit en de communicatiekabels...
Pagina 40
Verplaatsen 10 Verplaatsen Neem contact op met uw dealer om de volledige unit te verwijderen en opnieuw te installeren. Het verplaatsen van units vereist een zekere technische kennis. LREN8~12A + LRNUN5A Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit 4P704142-1C –...
Pagina 41
Als afval verwijderen 11 Als afval verwijderen OPMERKING Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld.
Pagina 42
Voor de installateur LREN8~12A + LRNUN5A Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit 4P704142-1C – 2024.12...
Pagina 43
Over de doos 12 Over de doos Houd rekening met de volgende zaken: ▪ De unit MOET bij de levering gecontroleerd worden op beschadiging en volledigheid. Elke vorm van beschadiging of ontbrekende onderdelen MOET onmiddellijk aan de schadeverantwoordelijke van de transporteur worden gemeld.
Pagina 44
Over de doos OPMERKING Doe een doek rond de armen van de vorkheftruck om de unit niet te beschadigen. Schade aan de lak van de unit vermindert de anti-corrosiebescherming. 12.1.2 De buitenunit uitpakken 1 Verwijder het verpakkingsmateriaal van de unit. ▪...
Pagina 45
Over de doos b Capacity up unit 12.1.3 De buitenunit hanteren VOORZICHTIG Raak de luchtinlaat of de aluminium vinnen van de unit NIET aan, dit om letsels te voorkomen. 1 Pak de buitenunit en de capacity up unit uit. Zie ook "12.1.2 ...
Pagina 46
Over de doos OPMERKING Voorzorgsmaatregelen bij het optillen van de buitenunit met een vorkheftruck ▪ Doe een doek rond de armen van de vorkheftruck om de unit niet te beschadigen. Schade aan de lak van de unit vermindert de anti- corrosiebescherming.
Pagina 47
Over de doos 12.1.4 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen Buitenunit RXXX GWP: XXX a Vloeistofleiding, onderkant (Ø15,9 mm) b Gasleiding, onderkant (Ø22,2 mm) c Vloeistofleiding, voorpaneel (Ø15,9 mm) d Gasleiding, voorpaneel (Ø22,2 mm) e Leiding veiligheidsklep, voorpaneel f Isolatie voor klephuis afsluiter g Vierkante isolatie voor deksel afsluiter h Deel met schroefdraad i Veiligheidsklep...
Pagina 48
Over de units en opties 13 Over de units en opties In dit hoofdstuk 13.1 Identificatie ..................................... 13.1.1 Identificatielabel: Buitenunit ..........................13.2 Over de buitenunit ................................. 13.2.1 Labels op buitenunit .............................. 13.3 Systeemlay-out ..................................13.4 Combinaties van units en opties ............................13.4.1 Mogelijke opties voor de buitenunit ........................
Pagina 49
Over de units en opties Capacity up unit: LR NU N 5 A7 Y1: Subcooler-unit Koelmiddel: R744 (CO Capaciteitsaanduiding in pK Modelreeks Voeding (3~ / 50 Hz / 380~415 V) 13.2 Over de buitenunit Deze montagehandleiding heeft betrekking op de buitenunit en de optionele capacity up unit. Deze units zijn ontworpen voor installatie buiten en bestemd voor koelingtoepassingen.
Pagina 50
Over de units en opties 13.2.1 Labels op buitenunit Label over stroomrichtingen Label gebruikt voor Tekst op label Vertaling De eerste twee labels: from LRYEN10A7Y1 or Van LRYEN10A7Y1 of LREN12A7Y1B to LREN12A7Y1B naar Capacity up unit Refrigeration Koeling Derde label: Gas from Refrigeration Gas van Koeling Buitenunit (linkerunit)
Pagina 51
Over de units en opties Tekst op waarschuwingslabel Vertaling Set pressure of safety valve is 90 bar g. De veiligheidsklep is ingesteld op een druk van 90 barg. If refrigerant temperature is higher than Bij een koelmiddeltemperatuur van 31°C there is a possibility that the safety meer dan 31°C bestaat de mogelijkheid valve will open during service or power dat de veiligheidsklep opengaat tijdens...
Pagina 52
Over de units en opties CAUTION WARNING ELECTRIC SHOCK CAUTION Caution when servicing the switch box 1. Before obtaining access to terminal devices, all supply circuits must be interrupted because units at standstill may be in a pre-heating mode and start automatically. 2.
Pagina 53
Over de units en opties Tekst op waarschuwingslabel Vertaling 1. Before obtaining access to terminal 1. Alle voedingscircuits moeten zijn devices, all supply circuits must be onderbroken voordat u aan de interrupted because units at standstill eindapparaten begint te werken omdat may be in a pre-heating mode and start units die stilstaan ook aan het automatically.
Pagina 54
Over de units en opties Kaart met informatie over het afsnijden van de dichtgedraaide leidinguiteinden van de afsluiterleidingen Tekst op kaart Vertaling To cut off the spun pipe ends Dichtgedraaide leidinguiteinden afsnijden When the product is shipped, a small Het product wordt verzonden met een amount of refrigerant gas is kept inside kleine hoeveelheid koelgas in het the product.
Pagina 55
Over de units en opties Tekst op kaart Vertaling Fully open service ports SP3, SP7 and Open servicepoort SP3, SP7 en SP11 SP11 to release the refrigerant. volledig om het koelmiddel te laten ontsnappen All refrigerant must be evacuated Alle koelmiddel moet zijn verwijderd before continuing.
Pagina 56
Over de units en opties Tekst op kaart Vertaling Warning Waarschuwing The safety valve included in the De veiligheidsklep in de zak met accessory bag must be installed on this accessoires moet op deze leiding pipe. worden geïnstalleerd. "Installatie van veiligheidskleppen" [ 98] voor meer informatie.
Pagina 57
Over de units en opties 13.4.1 Mogelijke opties voor de buitenunit INFORMATIE Zie de technische data voor de recentste optienamen. T-stukken koelmiddel Toegelaten Niet toegestaan T-stukken Rrefnet-verbindingen en -verdelers (aftakkits) Lokaal te voorzien Communicatiebox (BRR9B1V1) Installeer de Modbus-communicatiebox om uw systeem volledig te integreren in gebouwenautomatiseringsnetwerken en andere monitoringsystemen.
Pagina 58
Over de units en opties Model Totale capaciteit koeling Minimum Maximum Middelmatige temperatuur (Te =–10°C, Ta =32°C) LREN8* 12,0 kW (60%) 19,9 kW (100%) LREN10* 13,9 kW (60%) 23,2 kW (100%) LREN12* 15,8 kW (60%) 26,4 kW (100%) LREN12* + LRNUN5* 19,0 kW (60%) 31,7 kW (100%) Lage temperatuur (Te =–35°C, Ta =32°C) LREN8*...
Pagina 59
Installatie van de unit 14 Installatie van de unit WAARSCHUWING ▪ Installeer alle vereiste tegenmaatregelen voor koelmiddellekken volgens de norm EN378 (zie "14.1.3 Bijkomende vereisten voor de installatieplaats voor CO₂- koelmiddel" [ 64]). ▪ Installeer een CO -lekdetector (lokaal te voorzien) in elke kamer met koelmiddelleidingen, koelvitrines of koelblazers, en - indien aanwezig - schakel de functie voor koelmiddellekdetectie in (zie de montagehandleiding van de binnenunits).
Pagina 60
Installatie van de unit 14.3 De buitenunit monteren................................. 14.3.1 Over de montage van de buitenunit ........................14.3.2 Voorzorgen bij het monteren van de buitenunit ....................14.3.3 De installatiestructuur voorzien ..........................14.3.4 De buitenunit installeren ............................14.3.5 De transportbescherming verwijderen ......................... 14.3.6 Afvoer voorzien ..............................
Pagina 61
Installatie van de unit Een geschikte site selecteren ▪ Houd bij de installatie rekening met sterke wind, orkanen of aardbevingen; bij een slechte installatie kan de unit omver vallen. ▪ Controleer of de plaats waarop de installatie moet komen bestand is tegen het gewicht en de trillingen van de unit.
Pagina 62
Installatie van de unit a Zeewind b Gebouw c Buitenunit Installeer een afscherming tegen de wind als de buitenunit aan rechtstreekse zeewind wordt blootgesteld. ▪ Hoogte van afscherming tegen wind ≥1,5× hoogte van buitenunit ▪ Let bij de installatie van de afscherming tegen de wind op de vereisten inzake de serviceruimte.
Pagina 63
Installatie van de unit ≥1500 (mm) a1 Overstroomzekering a2 Aardlekschakelaar b Koelblazer c Koelvitrine d Communicatiebox e Buitenunit en capacity up unit ▪ In plaatsen met een slechte ontvangst, moet de afstand 3 m of meer bedragen om elektromagnetische storingen van andere apparatuur te voorkomen en moeten de voedings- en transmissieleidingen in kabelbuizen liggen.
Pagina 64
Installatie van de unit ▪ In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen 14.1.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van de buitenunit in koude klimaten OPMERKING Wanneer de unit wordt gebruikt bij lage buitentemperaturen, moet u op de volgende punten letten. Installeer een geleideplaat op de luchtzijde van de buitenunit om blootstelling aan de wind en sneeuw te voorkomen.
Pagina 65
Installatie van de unit INFORMATIE Waar meer dan één toegangscategorie mogelijk is, gelden de strengere vereisten. Als ruimten met personen geïsoleerd zijn, bijv. door afgesloten wanden, vloeren en plafonds, dan gelden de vereisten van de individuele toegangscategorie. Toegangscategorie Locatieclassificatie Algemeen Toxiciteitslimiet ×...
Pagina 66
Installatie van de unit Toegangscategorie Beschrijving Voorbeelden Toegelaten toegang Kamers, delen van gebouwen, Productiefaciliteiten, bijv. voor chemische gebouwen waar alleen bevoegde producten, voedsel, dranken, ijs, roomijs, personen toegang toe hebben, die op raffinaderijen, koude opslag, zuivel, de hoogte zijn van de algemene en slachthuizen, niet-openbare ruimtes in speciale veiligheidsvoorzorgen van de supermarkten.
Pagina 67
Installatie van de unit Minimum aantal gepaste maatregelen bepalen Voor bezettingen niet op de laagste ondergrondse verdieping van het gebouw Als de totale hoeveelheid koelmiddel …moet het aantal gepaste maatregelen (kg) gedeeld door het kamervolume minstens… bedragen ) … is <QLMV >QLMV en <QLAV >QLAV...
Pagina 68
Installatie van de unit QLAV QLMV 100 150 200 250 300 350 600 650 700 750 800 850 900 950 1000 B (m³) 14‒2 Voorbeeldgrafiek voor berekening A Limiet hoeveelheid koelmiddel B Kamervolume a Installatie is niet toegestaan b 2 gepaste maatregel vereist c 1 gepaste maatregel vereist d Geen maatregel vereist INFORMATIE...
Pagina 69
Installatie van de unit ▪ Waar de verdamper of condensor zich bevindt in een luchttoevoerleidingsysteem en het systeem dient voor een gebouw met meerdere verdiepingen zonder afgesloten ruimtes, moet het volume van de kleinste verdieping met personen worden gebruikt. ▪ Neem ook de ruimte boven valse plafonds of afsluitingen mee in de volumeberekening tenzij het vals plafond luchtdicht is.
Pagina 70
Installatie van de unit 3× 8× a Buitenunit b Capacity up unit 2 Verwijder de voorpanelen. 4× × a Buitenunit b Capacity up unit 3 Verwijder de kleine voorplaten van elk verwijderd voorpaneel. 2× 1× a (Indien van toepassing) Kleine voorplaten links b Kleine voorplaat rechts Wanneer de voorplaten open zijn, is de schakelkast toegankelijk.
Pagina 71
Installatie van de unit Schakelkasten van de buitenunit De schakelkasten achter het linker, midden en rechter voorpaneel worden allemaal op dezelfde manier geopend. De hoofdschakelkast bevindt zich achter het middelste paneel. × Schakelkast van de capacity up unit 4× 14.2.4 De buitenunit sluiten OPMERKING Wanneer u het deksel van de buitenunit sluit, let op dat u het aanhaalkoppel van 3,98 N•m NIET overtreft.
Pagina 72
Installatie van de unit 4× × × a Buitenunit b Capacity up unit 3 Bevestig de kleine voorplaten op de voorpanelen. 3× 8× a Buitenunit b Capacity up unit 14.3 De buitenunit monteren 14.3.1 Over de montage van de buitenunit Typische werkstroom De buitenunit monteren omvat typisch de volgende stappen: De installatiestructuur voorzien.
Pagina 73
Installatie van de unit OPMERKING De fundering moet vanaf de vloer minstens 150 mm hoog zijn. In gebieden waar veel sneeuw valt moet deze hoogte worden verhoogd tot de gemiddeld verwachte sneeuwhoogte, afhankelijk van de installatieplaats en de omstandigheden. Buitenunit Capacity up unit ▪...
Pagina 74
Installatie van de unit ≥765 ≥765 (mm) Minimumfundering 1 LREN* 2 LRNUN5* Unit LREN* 1940 1102 LRNUN5* — 14.3.4 De buitenunit installeren 1 Plaats de unit op de installatiestructuur. Zie ook: "12.1.3 De buitenunit hanteren" [ 45]. 2 Maak de unit vast op de installatiestructuur. Zie ook "14.3.3 ...
Pagina 75
Installatie van de unit 1 Draai de montagebout van de compressor een beetje los. 2 Verwijder de schroef. 3 Verwijder de transportbeveiliging en gooi deze weg. 4 Draai de montagebout vast met een aanhaalmoment van 12,3 N•m. 5 Verwijder de 2 schroeven. 6 Verwijder de transportbeveiliging en gooi deze weg.
Pagina 76
Installatie van de leidingen 15 Installatie van de leidingen In dit hoofdstuk 15.1 Koelmiddelleiding voorbereiden ............................15.1.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen......................... 15.1.2 Materiaal koelmiddelleidingen ..........................15.1.3 Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil......................15.1.4 Leidingmaat selecteren............................15.1.5 Koelmiddelaftaksets selecteren..........................15.1.6 Expansiekleppen voor koeling selecteren ......................15.2 Gebruik van afsluiters en servicepoorten ..........................
Pagina 77
Installatie van de leidingen OPMERKING Vreemde materialen in leidingen zijn NIET toegestaan (inclusief oliën voor fabricage). OPMERKING De leidingen en andere drukvoerende delen moeten geschikt zijn voor koelmiddel en olie. Gebruik koper-ijzerlegering gelijkwaardige) leidingen voor hogedruktoepassingen met een werkdruk van 90 barg aan de kant van de koeling. OPMERKING Gebruik NOOIT standaard slangen en manometers.
Pagina 78
Installatie van de leidingen Vereiste Limiet LREN* LREN* + LRNUN5* Leidinglengte tussen LREN* en Niet gespecificeerd, maar de leiding LRNUN5* moet horizontaal zijn Maximale lengte aftakleiding ▪ Voorbeeld koelingzijde: 50 m C+D+(E of F) c+d+(e of f) Maximale totale equivalente leidinglengte Lage temperatuur: 150 m Voorbeeld: Middelmatige temperatuur: 180 m...
Pagina 79
Installatie van de leidingen a Binnenunit koeling b Stroomrichting in koelmiddelaanzuigleiding Stijgleiding installeren Als de buitenunit lager dan de binnenunit voor koeling is geïnstalleerd, moet de stijgleiding dicht bij de binnenunit worden geïnstalleerd. Wanneer de compressor van de buitenunit begint te draaien, voorkomt een correct geïnstalleerde stijgleiding dat vloeistof terugstroomt naar de buitenunit.
Pagina 80
Installatie van de leidingen 4 Binnenunit (koelblazer) A~J Vloeistofleiding a~g Gasleiding H1~H3 Hoogteverschil Wanneer de vereiste leidingdiameters (inch-maten) niet verkrijgbaar zijn, mag u ook andere diameters (mm-maten) gebruiken; houd hierbij rekening met de volgende punten: ▪ Neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde diameter ligt. ▪...
Pagina 81
Installatie van de leidingen Leidingmaat van aftakking naar binnenunit Vloeistof- en gasleiding: buitendiameter Dezelfde maat als C, D, c, d. Als de leidingmaten van de binnenunits verschillen, sluit u een verloopstuk stuk aan dicht bij de binnenunit om leidingen met een verschillende maat aan te sluiten.
Pagina 82
Installatie van de leidingen Ontwerpdruk Alle onderdelen moeten voldoen aan de volgende ontwerpdruk: A Vloeistofleiding (koelingzijde): 90 barg B Gasleiding (koelingzijde): afhankelijk van ontwerpdruk van koelvitrine en koelblazer. Bijvoorbeeld 60 barg 1 Capacity up unit (LRNUN5*) 2 Buitenunit (LREN*) 3 Binnenunit (koelvitrine) 4 Binnenunit (koelblazer) 15.2 Gebruik van afsluiters en servicepoorten WAARSCHUWING...
Pagina 83
Installatie van de leidingen 15.2.1 Overzicht afsluiters en servicepoorten voor aansluiting en vullen a Gasafsluiter CsV3 b Vloeistofafsluiter CsV4 c Servicepoort SP10 (gaszijdig) d Servicepoort SP3 (gaszijdig) e Servicepoort SP7 (vloeistofzijdig) f Servicepoort SP11 (gaszijdig) g Servicepoort SP8 (gaszijdig) 15.2.2 Overzicht afsluiters voor onderhoud OPMERKING Gebruik deze afsluiters ALLEEN bij het onderhoud.
Pagina 84
Installatie van de leidingen a Afsluiter b Afsluiter 15.2.3 Omgaan met de afsluiter Houd rekening met de volgende richtlijnen: ▪ De gas- en vloeistofafsluiter staan af fabriek open. ▪ Houd alle afsluiters open tijdens de werking. ▪ Oefen GEEN overmatige kracht uit op de afsluiter. Anders kan de afsluiter afbreken.
Pagina 85
Installatie van de leidingen 15‒2 Kogelafsluiter: kruising a Deksel afsluiter b Kogel + steel en handgreep Afsluiter openen 1 Verwijder het klepdeksel. 2 Draai linksom om de klep te openen. 90° Resultaat: De klep is volledig open: a Naar buitenunit b Naar binnenunit Afsluiter sluiten 1 Draai rechtsom om de klep te sluiten.
Pagina 86
Installatie van de leidingen ▪ Draai het servicepoortdeksel en het klepdeksel goed vast nadat u de servicepoort hebt gebruikt. ▪ Controleer na het vastdraaien van het servicepoortdeksel en het klepdeksel op koelmiddellekken. Onderdelen van de servicepoort In de afbeelding hierna ziet u de naam van elk onderdeel dat vereist is bij het gebruik van de servicepoorten.
Pagina 87
Installatie van de leidingen 3 Draai het klepdeksel vast met 2 moersleutels. Breng schroefborgmiddel of siliconen afdichtmiddel aan bij het vastdraaien. 4 Voeg een nieuwe koperen pakking toe. 5 Breng bij het aanbrengen van het servicepoortdeksel schroefborgmiddel of siliconen afdichtmiddel aan op de schroefdraad. Anders kan er vocht en condenswater binnendringen en bevriezen tussen de schroefdraad.
Pagina 88
Installatie van de leidingen ▪ Houd rekening met de richtlijnen voor: Leidingaansluitingen Leidinguiteinden optrompen Solderen Gebruik van de afsluiters 15.3.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen INFORMATIE Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: ▪ "2 Algemene veiligheidsmaatregelen" [ 6] ▪...
Pagina 89
Installatie van de leidingen OPMERKING Koelmiddelleidingen moeten worden beschermd of ingesloten om schade te voorkomen. 15.3.3 Dichtgedraaide leidinguiteinden afsnijden Bij verzending van het product blijft een kleine hoeveelheid koelgas in het product. Dit betekent dat de druk in de leidingen hoger is dan de atmosferische druk. Om veiligheidsredenen moet het koelmiddel worden verwijderd alvorens de dichtgedraaide leidinguiteinden af te snijden.
Pagina 90
Installatie van de leidingen 5 Wacht tot de olie uit de leiding is gedruppeld. Alle olie moet zijn verwijderd alvorens verder te gaan. 6 Sluit afsluiter CsV3 en CsV4 en servicepoort SP3, SP7 en SP11. 7 Sluit de lokale leiding aan op de afgesneden leidingen. 15.3.4 Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten WAARSCHUWING Sluit de buitenunit ALLEEN aan op koelvitrines of koelblazers met een ontwerpdruk:...
Pagina 91
Installatie van de leidingen Aansluiting aan voorkant OPMERKING Bescherm de unit tegen schade tijdens het braseren. 1 Verwijder het linker voorpaneel van de buitenunit en, indien van toepassing, dat van de capacity up unit. Zie "14.2.2 De buitenunit openen" [ 69]. 2 Open de uitbreekopening in de kleine voorplaat van de buitenunit en, indien van toepassing, die van de capacity up unit.
Pagina 92
Installatie van de leidingen Aansluiting aan de zijkant OPMERKING Bescherm de unit tegen schade tijdens het braseren. 1 Verwijder het linker voorpaneel van de buitenunit en, indien van toepassing, dat van de capacity up unit. Zie "14.2.2 De buitenunit openen" [ 69]. 2 Draai de 4 schroeven los en verwijder de zijplaat van de buitenunit.
Pagina 93
Installatie van de leidingen A Afsluiter (gas) B Afsluiter (vloeistof) a Gasleiding (accessoire) b Vloeistofleiding (accessoire) 7 Sluit de accessoire leidingen aan op de lokale leidingen en, indien van toepassing, op de capacity up unit. 15.3.5 Het uiteinde van een buis solderen Algemene richtlijnen ▪...
Pagina 94
Installatie van de leidingen ▪ Gebruik GEEN vloeimiddel bij het hardsolderen van koper-op-koper koelmiddelleidingen. Gebruik fosforkoper toevoegmetaal (CuP279, CuP281 of CuP284:DIN EN ISO 17672), waarbij geen vloeimiddel wordt vereist. Vloeimiddel heeft uitermate schadelijke invloed koelmiddelleidingsystemen. Zo zal bijvoorbeeld een vloeimiddel op chloorbasis corrosie van de leidingen veroorzaken, of als het fluor bevat, zal het de koelmiddelolie aantasten.
Pagina 95
Installatie van de leidingen a Goed hardsolderen is mogelijk wanneer de leiding is verwarmd tot zij rood-zwart/ roze wordt. Braseermateriaal toevoegen a Hardsoldeerstaaf 90˚ a Hardsoldeerstaaf 15.3.6 Richtlijnen voor aansluiten van T-stukken INFORMATIE De leidingverbindingen en fittingen moeten voldoen aan de vereisten van EN 14276-2.
Pagina 96
Installatie van de leidingen Leg de aftakleiding altijd hoger dan de hoofdleiding om te voorkomen dat koelmiddelolie in de binnenunits stroomt. a Van de binnenunits b Naar de buitenunits c Hoofdkoelmiddelleiding d Aflopend OPMERKING Voorkom schade door vorst of trillingen waar verbindingen worden gebruikt op leidingen.
Pagina 97
Installatie van de leidingen Filtertype Minimale Kv-waarde: 4 Minimale maaswijdte: 70 Aanbevolen filter: 4727E (Merk: Castel) Waar/hoe Installeer het filter zo dicht mogelijk bij de buitenunit. Installeer het filter op de gasleiding. Installeer het filter horizontaal. Bij het braseren Volg de braseerinstructies in de handleiding van het filter.
Pagina 98
Installatie van de leidingen OPMERKING Als de ontwerpdruk van de gasleiding van koelonderdelen geen 90 barg is (bijvoorbeeld: 6 MPaG (60 barg), dan MOET op de lokale leidingen een veiligheidsklep voor deze ontwerpdruk worden voorzien. Koelonderdelen met een ontwerpdruk van minder dan 60 barg kunnen NIET worden aangesloten. OPMERKING Kies en installeer ALTIJD een veiligheidsklep op basis van de ontwerpdruk van de gasleiding van koelonderdelen en dat voldoet aan de meest recente EN-normen en...
Pagina 99
Installatie van de leidingen Locatie De veiligheidsklep moet in de lokale leiding worden geïnstalleerd. De leiding van de veiligheidsklep kan op 2 manieren op de buitenunit worden aangesloten: via de onderkant van de unit of via het voorpaneel. Als u de leiding van de veiligheidsklep niet in dezelfde richting legt als de koelmiddelleiding, open dan de andere uitbreekopening (de kleine voorplaat of de bodemplaat van de buitenunit).
Pagina 100
Installatie van de leidingen Over omschakelkleppen In een configuratie met 1 veiligheidsklep moet het koelmiddel worden verwijderd als de veiligheidsklep moet worden vervangen. Als u het koelmiddel niet wilt verwijderen, raden we aan om een omschakelklep te installeren en 2 veiligheidskleppen te gebruiken. Systeemlay-out a Veiligheidsklep (1 accessoire + 1 lokaal te voorzien) b Omschakelklep (lokaal te voorzien)
Pagina 101
Installatie van de leidingen kV-waarde Maximum leidinglengte (m) voor Ø22,2 mm omschakelkl bochten bochten bochten bochten bochten 3,5-4,49 4,5-4,99 5-7,99 K65 of gelijkwaardige leiding 0 = Geen omschakelklep aanwezig Specificaties veiligheidsklep Flow area Verbinding Toegelaten temperatuurbe reik 90 bar 0,90 15,9 mm 1/2" NPT in -50/+150°C 1/2"...
Pagina 102
Installatie van de leidingen ▪ De koelmiddelleiding controleren op lekken. ▪ Alle vocht, lucht of stikstof uit de koelmiddelleiding verwijderen door middel van vacumeren. Als de koelmiddelleiding vocht kan bevatten (bijvoorbeeld water in de leiding), moet u eerst vacuümdrogen zoals hieronder beschreven tot alle vocht is verwijderd.
Pagina 103
Installatie van de leidingen E Buitenunit a Drukregelaar b Vulslang c Servicepoort SP3 (gaszijdig) d Servicepoort SP7 (vloeistofzijdig) e Servicepoort SP11 (gaszijdig) f Naar binnenunit koeling g Veiligheidsklep h Afsluiter (gaszijdig) i Afsluiter (vloeistofzijdig) Afsluiter Servicepoort Lokale leiding OPMERKING De aansluitingen op de binnenunits en alle binnenunits moeten ook worden getest op lekken en op vacuüm.
Pagina 104
Installatie van de leidingen 5 Als de druk wel daalt, spoor dan het lek op, repareer het en herhaal de test. Als de test geslaagd is, vervang het deksel op het deel met schroefdraad door de omschakelklep (indien van toepassing) en de veiligheidsklep(pen). WAARSCHUWING Om te controleren of de veiligheidsklep(pen) en de omschakelklep correct zijn geïnstalleerd, is een lektest verplicht.
Pagina 105
Installatie van de leidingen 1 Breng het stikstofgas tot 0,05 MPa onder druk (om het vacuüm te breken) en vacumeer gedurende minstens 2 uur. 2 Vacuümdroog de unit daarna minstens 1 uur tot –100,7 kPaG (–1,007 barg) of minder. 3 Breek het vacuüm en vacuümdroog opnieuw als de druk geen –100,7 kPaG (– 1,007 barg) of minder bereikt.
Pagina 106
Installatie van de leidingen ▪ Verwijder de beschermtape van tussen de afdichting zodat de kleefzijde bloot komt te liggen. ▪ Druk beide delen van de afdichting voorzichtig tegen elkaar om de isolatie te sluiten. 2 Installeer het accessoire isolatievierkant rond het deksel van de gasafsluiter. ▪...
Pagina 107
Elektrische installatie 16 Elektrische installatie VOORZICHTIG Deze apparatuur is NIET bedoeld voor gebruik op residentiële locaties en garandeert GEEN afdoende bescherming van de radio-ontvangst op dergelijke locaties. OPMERKING Als het toestel op minder dan 30 m van een residentiële locatie wordt geïnstalleerd, MOET de professionele installateur een evaluatie maken van de EMC-situatie voor over te gaan tot de installatie.
Pagina 108
Elektrische installatie WAARSCHUWING ▪ Als de voeding een ontbrekende of een verkeerde nulfase heeft, Kan de apparatuur defect raken. ▪ Sluit correct op de aarde aan. Aard de unit NIET via een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
Pagina 109
Elektrische installatie a Ronde krimpklem b Uitgesneden gedeelte c Schotelring Gebruik de volgende methodes om de draden te verbinden: Draadtype Methode Éénaderige draad AA´ A´ Geslagen geleider samengedraaid voor "vaste" verbinding a Draad met open lus (eenaderig of samengedraaide geslagen geleider) b Schroef c Platte sluitring Gevlochten geleider met...
Pagina 110
Elektrische installatie Aanhaalmomenten X1M (A1P) X1M (A1P) a Klemmen op buitenunit b Klemmen op capacity up unit Aansluitklem Schroefmaat Aanhaalmoment (N•m) X1M: Elektrische voeding 5,5~7,3 PE: Beschermende aarding (schroef) X4M: Outputsignalen 1,18~1,44 X5M: Afstandsschakelaars M3,5 0,79~0,97 X1M (A1P): DIII- M3,5 0,80~0,96 transmissiebedrading 16.1.3 Over het voldoen aan de normen inzake elektriciteit...
Pagina 111
Elektrische installatie Model Minimumwaarde van S LREN8* – 5477 LREN10* – 5819 LREN12* – 6161 LRNUN5* – 2294 LREN8~12A + LRNUN5A Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit 4P704142-1C – 2024.12...
Pagina 112
Elektrische installatie 16.2 Lokale bedrading: Overzicht X1M (A1P) X1M (A1P) X1M (A1P) X1M (A1P) C C1 W1 R P1 P2 C C1 W1 R P1 P2 L1 L2 L3 N L1 L2 L3 N IN/D UNIT OUT/D UNIT MULTI UNIT IN/D UNIT OUT/D UNIT MULTI UNIT...
Pagina 113
Elektrische installatie 16.3 Richtlijnen bij het uitslaan van de uitbreekopeningen ▪ Gebruik een hamer om een uitbreekopening in een voorpaneel te maken. ▪ Boor gaten op de aangeduide punten om een uitbreekopening in het bodempaneel te maken. ▪ Na het uitslaan van de uitbreekopeningen verwijdert u best de bramen en brengt u reparatieverf aan op de randen en de delen rond de randen om roestvorming te voorkomen.
Pagina 114
Elektrische installatie WAARSCHUWING Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat kleine dieren kunnen gaan nestelen in de unit. Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken. 16.4 Specificaties van standaard bedradingscomponenten Voeding OPMERKING Gebruik in geval van stroomonderbrekers met activering door reststroom alleen die van het snelle type met een nominale stroomsterkte van 300 mA.
Pagina 115
Elektrische installatie Als de totale transmissiebedrading buiten deze waarden valt, kunnen communicatiestoringen ontstaan. Afstandsschakelaars Zie meer informatie in: ▪ "16.5.1 Laagspanningsbedrading – Buitenunit" [ 115] ▪ "16.6.1 Laagspanningsbedrading – Capacity up unit" [ 119] Outputsignalen Zie meer informatie in: ▪ "16.5.2 Hoogspanningsbedrading – Buitenunit" [ 117] ▪...
Pagina 116
Elektrische installatie X1M (A1P) e Bedradingsinlaat (uitbreekopening) voor laagspanning. Zie "16.3 Richtlijnen bij het uitslaan van de uitbreekopeningen" [ 113]. Details – DIII-transmissiebedrading "16.4 Specificaties van standaard bedradingscomponenten" [ 114]. Details – Schakelaar bediening op afstand OPMERKING Schakelaar bediening op afstand. De unit is in de fabriek uitgerust met een bedrijfsschakelaar waarmee de unit AAN/UIT kan worden geschakeld.
Pagina 117
Elektrische installatie Details – Schakelaar geluidsarm op afstand OPMERKING Schakelaar geluidsarm. Om de geluidsarme stand op afstand IN/UIT te schakelen moet een schakelaar geluidsarme werking worden geïnstalleerd. Gebruik een spanningsloos contact voor microstroom (≤1 mA, 12 V DC). Schakelaar geluidsarm Stand Normale stand Geluidsarme stand Bedrading schakelaar geluidsarm op afstand: Bedrading...
Pagina 118
Elektrische installatie h Bedradingsinlaat (uitbreekopening) voor hoogspanning. Zie "16.3 Richtlijnen bij het uitslaan van de uitbreekopeningen" [ 113]. Details – Outputsignalen OPMERKING Outputsignalen. De buitenunit is voorzien van een klem (X4M klasse II constructie) die 4 verschillende signalen kan genereren. Het signaal is 220~240 V AC. De maximale belasting voor alle signalen is 0,5 ...
Pagina 119
Elektrische installatie Details – Voeding "16.4 Specificaties van standaard bedradingscomponenten" [ 114]. 16.6 Aansluitingen met de capacity up unit OPMERKING ▪ Houd de voedingskabel en de transmissiekabel van elkaar gescheiden (≥50 mm). De transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen kruisen, maar ze mogen niet parallel lopen. ▪...
Pagina 120
Elektrische installatie X1M (A1P) d Bedradingsinlaat (uitbreekopening) voor laagspanning. Zie "16.3 Richtlijnen bij het uitslaan van de uitbreekopeningen" [ 113]. Details – DIII-transmissiebedrading "16.4 Specificaties van standaard bedradingscomponenten" [ 114]. Details – Schakelaar bediening op afstand OPMERKING Schakelaar bediening op afstand. De unit is in de fabriek uitgerust met een bedrijfsschakelaar waarmee de unit AAN/UIT kan worden geschakeld.
Pagina 121
Elektrische installatie Details – Schakelaar geluidsarm op afstand: OPMERKING Schakelaar geluidsarm. Om de geluidsarme stand op afstand IN/UIT te schakelen moet een schakelaar geluidsarme werking worden geïnstalleerd. Gebruik een spanningsloos contact voor microstroom (≤1 mA, 12 V DC). Schakelaar geluidsarm Stand Normale stand Geluidsarme stand Bedrading schakelaar geluidsarm op afstand: Bedrading...
Pagina 122
Elektrische installatie g Bedradingsinlaat (uitbreekopening) voor hoogspanning. Zie "16.3 Richtlijnen bij het uitslaan van de uitbreekopeningen" [ 113]. Details – Outputsignalen OPMERKING Outputsignalen. De buitenunit is voorzien van een klem (X2M klasse II constructie) die 3 verschillende signalen kan genereren. Het signaal is 220~240 V AC. De maximale belasting voor alle signalen is 0,5 ...
Pagina 123
Koelmiddel vullen 17 Koelmiddel vullen In dit hoofdstuk 17.1 Over koelmiddel bijvullen............................... 123 17.2 Voorzorgsmaatregelen bij het vullen van koelmiddel ......................123 17.3 Over het koelmiddel ................................124 17.4 Hoeveelheid koelmiddel bepalen............................125 17.5 Koelmiddel vullen ................................... 127 17.6 Label hoeveelheid koelmiddel aanbrengen ........................... 128 17.1 Over koelmiddel bijvullen Alvorens koelmiddel bij te vullen De lokale leidingen moeten worden gecontroleerd (lektest, vacuümdrogen).
Pagina 124
Koelmiddel vullen VOORZICHTIG Vul vloeibaar koelmiddel NIET rechtstreeks bij op een gasleiding. Vloeistofcompressie zou de werking van de compressor kunnen beschadigen. OPMERKING Als de voeding van sommige units wordt uitgeschakeld, kan de vulprocedure niet goed worden voltooid. OPMERKING Alleen bij het vullen van de unit voor de eerste keer, schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik IN om de carterverwarming van stroom te voorzien en de compressor te beschermen.
Pagina 125
Koelmiddel vullen WAARSCHUWING ▪ Doorboor, doorsteek of verbrandt GEEN cyclusonderdelen van het koelmiddel. ▪ Let op: het koelmiddel in het systeem is geurloos. WAARSCHUWING Het R744-koelmiddel (CO ) in de unit is geurloos, niet-ontvlambaar en lekt normaal NIET. Als de unit binnen geïnstalleerd is, moet u ALTIJD een CO -detector installeren zoals voorgeschreven door de norm EN378.
Pagina 126
Koelmiddel vullen 1 Bereken elke hoeveelheid koelmiddel voor de vloeistofleiding aan de hand van de Berekeningstabel in dit hoofdstuk, op basis van de leidingmaat en de -lengte: (a) (b) (c) en (d). U mag afronden op 0,1 kg. 2 Tel de hoeveelheden koelmiddel voor de vloeistofleiding op: (a)+(b)+(c)+ (d)=[1] 3 Bereken de hoeveelheid koelmiddel voor de binnenunits aan de hand van de tabel Conversieverhouding voor binnenunits: koeling in dit hoofdstuk, op...
Pagina 127
Koelmiddel vullen Extra hoeveelheid koelmiddel gevuld na proefdraaien indien vereist (kg) Totale hoeveelheid koelmiddel [4]+[5] (kg) De maximum hoeveelheid extra koelmiddel die kan worden gevuld bij het proefdraaien is 10% van de hoeveelheid koelmiddel zoals berekend op basis van het vermogen van de aangesloten binnenunits.
Pagina 128
Koelmiddel vullen WAARSCHUWING Houd na het vullen van koelmiddel de voeding en de bedrijfsschakelaar van de buitenunit ingeschakeld om een drukstijging aan de lagedrukzijde (aanzuigleiding) en aan het vloeistofvat te voorkomen. INFORMATIE Noteer na het vullen de totale hoeveelheid koelmiddel op het label met de koelmiddelvulling.
Pagina 129
Installatie van de buitenunit voltooien 18 Installatie van de buitenunit voltooien 18.1 De isolatieweerstand van de compressor controleren OPMERKING Als er zich na de installatie koelmiddel in de compressor ophoopt, kan de isolatieweerstand over de polen dalen, maar als die minstens 1 MΩ bedraagt, dan zal de unit niet defect raken.
Pagina 130
Configuratie 19 Configuratie GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE INFORMATIE Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit hoofdstuk achtereenvolgens leest en dat het systeem gepast wordt geconfigureerd. In dit hoofdstuk 19.1 Lokale instellingen uitvoeren ..............................130 19.1.1 Over lokale instellingen............................130 19.1.2 Toegang tot de componenten voor lokale instellingen ..................
Pagina 131
Configuratie 1 2 3 4 1 2 3 4 a Buitenunit b Capacity up unit c1 Inspectie-opening c2 Deksel inspectie-opening d Bedrijfsschakelaar (S1S) e Componenten lokale instelling e1 7-segmentendisplays: AAN ( ) UIT ( ) Knippert ( e2 Drukknoppen: BS1: MODE: Voor het veranderen van de instelstand BS2: SET: Voor lokale instelling BS3: RETURN: Voor lokale instelling e3 DIP-schakelaars...
Pagina 132
Configuratie Streefwaarde verdampingstemperatuur –10°C –15°C –20°C –25°C –30°C –35°C –40°C Fabrieksinstelling Gebruik DS2 om een systeemlay-out in te stellen met of zonder capacity up unit. OPMERKING Bij de installatie van een capacity up unit moet schakelaar 4 verplicht op ON worden gezet.
Pagina 133
Configuratie 7-segmentendisplay Het display geeft feedback over de lokale instellingen, in de vorm [Stand- Instelling]=Waarde. Waarde is de waarde die willen te weten komen/veranderen. Voorbeeld: Beschrijving Standaardsituatie Stand 1 Stand 2 Instelling 8 (in stand 2) Waarde 4 (in stand 2) 19.1.4 Stand 1 of 2 activeren Nadat de units ingeschakeld zijn, gaat het scherm naar de standaardsituatie.
Pagina 134
Configuratie a Standaardsituatie (H1P UIT) b Stand 1 (H1P knippert) c Stand 2 (H1P AAN) BS1 Druk op BS1 BS1 [5 s] Druk minstens 5 s op BS1 INFORMATIE Als u in het midden van het proces in de war raakt, druk dan op BS1 om terug te keren naar de standaardsituatie.
Pagina 135
Configuratie WAARSCHUWING Als een deel van het systeem al (per ongeluk) werd ingeschakeld, dan kan instelling [2-21] op de buitenunit op waarde 1 worden ingesteld om de expansiekleppen (Y1E, Y2E, Y7E, Y8E, Y15E) te openen. LREN8~12A + LRNUN5A Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker CO₂...
Pagina 136
Inbedrijfstelling 20 Inbedrijfstelling In dit hoofdstuk 20.1 Overzicht: Inbedrijfstelling ..............................136 20.2 Voorzorgsmaatregelen bij de inbedrijfstelling........................136 20.3 Controlelijst voor de inbedrijfstelling............................. 137 20.4 Over proefdraaien systeem..............................138 20.5 Proefdraaien (7-segmentendisplay)............................139 20.5.1 Controles proefdraaien............................139 20.5.2 Correctie na abnormaal beëindigen van het proefdraaien................... 141 20.6 Gebruik van de unit ................................
Pagina 137
Inbedrijfstelling INFORMATIE Gedurende de eerste bedrijfsperiode van de unit kan het vereiste opgenomen vermogen hoger zijn dan dat vermeld in de technische gegevens van de unit. Dit fenomeen wordt veroorzaakt door de compressor, die een continue looptijd van 50 uur nodig heeft voordat een vlotte werking en stabiel stroomverbruik wordt gerealiseerd.
Pagina 138
Inbedrijfstelling Veiligheidsklep (lokaal te voorzien) Controleer of de veiligheidsklep (lokaal te voorzien) correct is geïnstalleerd in overeenstemming met de norm EN378-2 en EN13136. Veiligheidsklep (accessoire) Controleer of de veiligheidsklep (accessoire) correct is geïnstalleerd in overeenstemming met de norm EN378-2 en EN13136. Leidingdiameter en leidingisolatie Installeer leidingen met de juiste diameter en isoleer ze zoals voorgeschreven.
Pagina 139
Inbedrijfstelling 20.5 Proefdraaien (7-segmentendisplay) De buitenunit laten proefdraaien Geldt voor LREN* 1 Controleer of alle afsluiters tussen de buitenunit en de binnenunit volledig geopend zijn: gas- en vloeistofafsluiters. 2 Controleer of alle elektrische componenten en koelmiddelleidingen goed zijn geïnstalleerd, voor de binnenunits, de buitenunit en (indien van toepassing) de capacity up unit.
Pagina 140
Inbedrijfstelling ▪ De compressor wordt niet in- en uitgeschakeld binnen een tijdsverloop van minder dan 10 minuten. Werkingsparameters Voor een stabiele werking van de unit moeten elk van de volgende parameters binnen het bereik zijn. Parameter Bereik Onderliggende Tegenmaatregel oorzaak wanneer buiten bereik Aanzuigoververhitt ≥10 K...
Pagina 141
Inbedrijfstelling Actie Drukknop 7-segmentendisplay Druk enkele keren op BS2, De laatste 2 cijfers geven afhankelijk van de BS1 BS2 BS3 het aantal keer weer dat u weergave die u wil op de knop hebt gedrukt. bevestigen: Om bv. aanzuigoververhitting te ▪...
Pagina 142
Inbedrijfstelling 20.7 Logboek In overeenstemming met de geldende wetgeving moet de installateur na de installatie van het systeem een logboek voorzien. Het logboek moet worden bijgewerkt na elke onderhoudsbeurt of reparatie van het systeem. In Europa biedt EN378 de vereiste informatie voor dit logboek. Inhoud van het logboek De volgende informatie moet worden geregistreerd: ▪...
Pagina 143
Overhandiging aan de gebruiker 21 Overhandiging aan de gebruiker Als het proefdraaien voltooid is en de unit goed en op de juiste manier werkt, zorg ervoor dat de gebruiker de volgende zaken goed begrijpt: ▪ Controleer of de gebruiker de papieren documentatie heeft en vraag hem/haar deze bij te houden om deze later te kunnen raadplegen.
Pagina 144
Onderhoud en service 22 Onderhoud en service In dit hoofdstuk 22.1 Voorzorgsmaatregelen voor onderhoud en service ......................144 22.2 Elektrische gevaren voorkomen............................. 144 22.3 Koelmiddel vrijlaten................................145 22.3.1 Koelmiddel verwijderen met de servicepoorten....................145 22.1 Voorzorgsmaatregelen voor onderhoud en service GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN OPMERKING...
Pagina 145
Onderhoud en service 3 Om schade aan de printplaat te voorkomen, raak een naakt metalen deel aan om u te ontladen van statische elektriciteit voordat u stekkers aansluit of verwijdert. 4 Trek de verbindingsstekkers voor de ventilatormotoren in de buitenunit uit voordat u begint met servicewerkzaamheden aan de inverterapparatuur.
Pagina 146
Onderhoud en service 4 Controleer of de servicepoorten gesloten zijn. Sluit een drukslang aan op servicepoort SP3, SP7 en SP11. Controleer of de slangen goed bevestigd zijn en dat ze naar buiten lopen. 5 Open SP7 volledig om het vloeibare koelmiddel te verwijderen. Zie "15.2.5 Omgaan met de servicepoort" [ 85].
Pagina 147
Opsporen en verhelpen van storingen 23 Opsporen en verhelpen van storingen In dit hoofdstuk 23.1 Overzicht: Opsporen en verhelpen van storingen......................... 147 23.2 Voorzorgsmaatregelen bij het opsporen en verhelpen van storingen ................. 147 23.3 Problemen op basis van foutcodes oplossen......................... 147 23.3.1 Foutcodes: Overzicht .............................
Pagina 148
Opsporen en verhelpen van storingen INFORMATIE Zie de servicehandleiding voor: ▪ De volledige lijst met foutcodes ▪ Meer gedetailleerde richtlijnen voor het oplossen van problemen 23.3.1 Foutcodes: Overzicht Raadpleeg uw dealer als er andere foutcodes worden weergegeven. Hoofdcode LREN* LRNUN5* Oorzaak Oplossing Elektrisch lek...
Pagina 149
Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode LREN* LRNUN5* Oorzaak Oplossing Storing van sensor Controleer aansluiting op printplaat perstemperatuur/temperatuur of actuator. compressorhuis Voor LREN*: ▪ (R31T) - A1P (X19A) ▪ (R32T) - A1P (X33A) ▪ (R33T) - A2P (X19A) ▪ (R91T) - A1P (X19A) ▪...
Pagina 150
Opsporen en verhelpen van storingen Hoofdcode LREN* LRNUN5* Oorzaak Oplossing Storing van hogedruksensor Controleer aansluiting op printplaat of actuator. Voor LREN*: ▪ (S1NPH) – A2P (X31A) Voor LRNUN5*: ▪ (S1NPH) – A1P (X31A) Storing van lagedruksensor Controleer aansluiting op printplaat of actuator.
Pagina 151
Opsporen en verhelpen van storingen OPMERKING Wacht na het inschakelen van de bedrijfsschakelaar minstens 1 minuut alvorens de voeding uit te schakelen. Kort na het starten van de compressor wordt gecontroleerd op elektrische lekken. Wanneer de voeding tijdens deze controle wordt uitgeschakeld, worden elektrische lekken niet goed gedetecteerd.
Pagina 152
Als afval verwijderen 24 Als afval verwijderen Verwijder alle koelmiddel voordat u de unit opruimt. Zie "22.3.1 Koelmiddel verwijderen met de servicepoorten" [ 145] voor meer informatie. OPMERKING Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden.
Pagina 153
Technische gegevens 25 Technische gegevens Een subset van de meest recente technische gegevens is beschikbaar op de regionale website van Daikin (publiek toegankelijk). De volledige set van de meest recente technische gegevens is beschikbaar op de Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
Pagina 154
Technische gegevens (mm) 1500 ≥300 ≥500 ≥500 ≥500 ≥300 ≥500 ≥500 ≥500 ≥500 ≥500 ≥300 ≥500 ≥500 ≥500 ≥300 ≥500 ≥500 ≥500 ≥500 ≥500 ≥500 Item Beschrijving Onderhoudsruimte Mogelijke patronen met installatieruimten in (a)(b)(c)(d)(e)(f) geval van één buitenunit Mogelijke patronen met installatieruimten in geval van een buitenunit aangesloten op een (a)(b)(c)(d)(e)(f) capacity up unit...
Pagina 155
Technische gegevens Item Beschrijving H2 (reële hoogte)–500 mm Voorkant = 500 mm+≥h1/2 Y (voor patronen B) Luchtinlaatzijde = 300 mm+≥h2/2 Y (voor patronen C) Luchtinlaatzijde = 100 mm+≥h2/2 Muurhoogte voorkant: ≤1500 mm. Muurhoogte luchtinlaatzijde: ≤500 mm. Muurhoogte andere kanten: onbeperkt. Bereken h1 en h2 zoals aangegeven in de afbeelding. Voeg h1/2 toe voor onderhoudsruimte aan de voorkant.
Pagina 157
Technische gegevens 25.3 Leidingschema: Capacity up unit 15.9 C1220T-H 15.9 C1220T-H 3D128362B Druksensor Compressor met accumulator Drukschakelaar Platenwarmtewisselaar Terugslagklep Warmtewisselaar Servicepoort Olieafscheider Elektronische expansieklep Vloeistofreservoir Filter Koelmiddelleiding Propellerventilator Olie- en inspuitleiding LREN8~12A + LRNUN5A Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker CO₂...
Pagina 158
Technische gegevens 25.4 Bedradingsschema: Buitenunit Het bedradingsschema wordt bij de unit geleverd: ▪ Voor de buitenunit: Op de binnenkant van het linker deksel van de schakelkast. ▪ Voor de capacity up unit: Op de binnenkant van het deksel van de schakelkast. Buitenunit Opmerkingen: Dit bedradingsschema geldt alleen voor de buitenunit.
Pagina 163
Bij het product geleverde labels, handleidingen, informatiebladen en apparatuur die moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in de meegeleverde documentatie. Optionele apparatuur Door Daikin geproduceerde of goedgekeurde apparaatuur die kan worden gecombineerd met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie. Lokaal te voorzien NIET door Daikin geproduceerde apparatuur die kan worden gecombineerd met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie.