Wateraansluiting
124
Alle apparaten en systemen die voor de toevoer van het wa-
ter naar het apparaat worden gebruikt, moeten voldoen aan
de voorschriften die gelden in het land van opstelling.
Het apparaat mag uitsluitend op koud water worden aange-
sloten.
Een terugslagklep is niet vereist. Het apparaat voldoet aan de
daarvoor geldende eisen.
De waterdruk moet minimaal 100 kPa (1 bar) bedragen en
mag niet hoger zijn dan 600 kPa (6 bar). Als de druk hoger is
dan 600 kPa (6 bar) moet een reduceerventiel worden inge-
bouwd.
Tussen de watertoevoerslang en de waterleiding van het huis
dient zich een kraan met 3/4"-schroefkoppeling te bevinden.
Is geen kraan aanwezig, dan mag deze alleen door een er-
kend installateur worden geplaatst.
De bijgeleverde roestvrijstalen watertoevoerslang mag niet
worden ingekort.
Indien nodig kan een toevoerslang met een lengte van
3.000 mm (3,0 m) worden besteld. De slang mag niet worden
ingekort.
Sluit geen oude of reeds gebruikte slangen op het appa-
raat aan!
Wij adviseren alleen originele slangen van de fabrikant te
gebruiken.
De totale slanglengte mag maximaal 7.500 mm (7,5 m)
zijn.
Voordat u het apparaat aansluit en nadat aan de watertoe-
voerleiding is gewerkt, moet de waterleiding worden doorge-
spoeld om afzettingen te verwijderen.