Inhoudsopgave
Advertenties
Ruitenwissers en- sproeiers
Ruitenwissers
Voorzichtigheid: Zet de
ruitenwissers niet aan als ze aan
de voorruit zijn vastgevroren. Dit
kan de ruitenwisserbladen en de
ruitenwissermotor beschadigen.
Voorzichtigheid: Zet de
ruitenwissers niet aan op een
droge voorruit. Dit kan de
ruitenwisserbladen beschadigen of
onnodige slijtage veroorzaken.
Raadpleeg de volgende pictogrammen voor
ruitenwissers op het linker touchscreen:
Off
In de stand AUTO
detecteert de regensensor
van het voertuig of
het al dan niet
regent en activeert zo
nodig de ruitenwissers.
De gevoeligheid van
de activering van
de ruitenwissers wordt
geselecteerd via de
pictogrammen LO of HI.
Continu wissen met LAGE
snelheid
Continu wissen met
HOGE snelheid
Rijden en bedienen
IJS VERWIJDEREN:
Activeer de
ruitenwisserontdooifuncti
e als er ijs-/
sneeuwophoping op de
voorruit is om te helpen
bij het snel verwijderen
van ijs. Deze functie kan
alleen worden geactiveerd
als het voertuig in de stand
parkeren staat en er
voldoende
ruitensproeiervloeistof in
het
ruitensproeierreservoir
zit.
NOTE: De intervallen tussen de
ruitenwisserslagen worden korter
naarmate de snelheid van het
voertuig toeneemt.
Sproeiers
Waarschuwing: Als u de
ruitensproeiers bij koud weer
gebruikt, kan de vloeistof bevriezen
op de voorruit, waardoor uw
zicht mogelijk wordt belemmerd
en er een aanrijding kan
worden veroorzaakt. Gebruik de
voorruitverwarming om de voorruit
op te warmen om de kans op
bevriezing van de vloeistof te
verkleinen.
De knop op de stuurkolomhendel
links wordt gebruikt voor de
ruitenwisserbediening. Voor een enkele
droge wisserslag drukt u de knop één
92
Advertenties
Inhoudsopgave
