Bandenonderhoud
Banden inspecteren en onderhouden
Waarschuwing: De banden moeten
regelmatig op slijtage worden
gecontroleerd en er moet worden
nagegaan of er geen insnijdingen,
uitstulpingen of blootliggende
koordlagen zijn. Rijd niet met
versleten of beschadigde banden
of met banden die niet de juiste
spanning hebben. Rijden onder
een van deze omstandigheden kan
leiden tot een banddefect en/of
verlies van controle en mogelijk tot
een botsing.
Houd tijdens het rijden altijd rekening met
de staat van de banden en controleer
het loopvlak en de zijwanden regelmatig
op tekenen van vervorming (uitstulpingen),
insnijdingen of slijtage.
Een goede rijstijl zal het
kilometerrendement van uw banden
verbeteren en onnodige schade voorkomen.
Zorg er altijd voor dat de
-
bandenspanning correct is afgesteld.
Houd u altijd aan de aangegeven
-
snelheidslimieten en de aanbevolen
snelheden.
Vermijd snel wegrijden of hard
-
accelereren.
Neem bochten niet te snel en trap
-
niet hard op de rem.
Vermijd kuilen en voorwerpen op de
-
weg.
Rijd niet over stoepranden en zorg
-
dat de banden de stoeprand niet
raken als u parkeert.
Voorzichtigheid: Voorkom
verontreiniging van banden met
vloeistoffen zoals remvloeistof of
oplosmiddelen die schade aan
de banden of letsel kunnen
veroorzaken.
Banden en wielen
Voorzichtigheid: 21-inch velgen
voorzien van zomerbanden met
laag profiel bieden uitstekende grip
in warme weersomstandigheden
op wegen met een goed wegdek.
Ze zijn echter kwetsbaarder voor
gaten in de weg en contact met
stoepranden en bieden minder
grip in sneeuw en ijs of bij
temperaturen rond of onder het
vriespunt. Rijd altijd voorzichtig en
houd banden op de juiste spanning
voor optimale prestaties.
Bandenslijtage
Waarschuwing: De bandenslijtage-
indicatoren geven de
minimale profieldiepte aan die
wordt aanbevolen door de
bandenfabrikant. Banden die
tot dit punt zijn versleten
hebben minder grip en slechte
waterverplaatsingskenmerken.
Banden die als originele uitrusting zijn
gemonteerd, zijn voorzien van slijtage-
indicatoren die in het loopvlakpatroon zijn
gegoten.
Wanneer het loopvlak is afgesleten tot
ongeveer 1,6 mm (2/32 inch), komen
de indicatoren gelijk te liggen met
het oppervlak van het loopvlakpatroon,
waardoor het effect ontstaat van een
doorlopende band van rubber over de
breedte van de band.
Een band moet worden vervangen zodra
een indicatorband gelijk komt te liggen met
215