Waarschuwing: Als een
veiligheidsgordel niet vergrendelt
of niet volledig oprolt wanneer
u hem niet gebruikt, moet u
contact opnemen met de Lucid-
klantenservice om de gordel te
laten nakijken en eventueel te
laten vervangen.
Waarschuwing: Alle
veiligheidsgordels die tijdens een
botsing in gebruik waren, mogen
alleen door monteurs die door
Lucid zijn gecertificeerd worden
geïnspecteerd of vervangen, zelfs
als er geen zichtbare schade aan
de constructie is.
Waarschuwing: Zorg ervoor dat de
veiligheidsgordel niet beschadigd
raakt doordat een deel ervan in het
portier bekneld raakt.
Veiligheidsgordels dragen
Waarschuwing: Alle inzittenden
moeten hun veiligheidsgordels
dragen, ongeacht de afstand die
wordt gereden. Als u dit niet doet,
vergroot dit het risico op ernstig of
dodelijk letsel bij een ongeval.
Veiligheidsgordels en kinderzitjes zijn het
meest effectieve middel om inzittenden
tegen botskrachten te beschermen,
waardoor het risico op letsel als gevolg van
botsingen in het interieur en de effecten
van een whiplash tot een minimum
worden beperkt. Het dragen van een
veiligheidsgordel is in de meeste staten
wettelijk verplicht.
Alle zitplaatsen zijn uitgerust met
driepuntsgordels met oprolmechanisme. De
veiligheidsgordels met oprolmechanisme
worden automatisch gespannen en
bieden bewegingsvrijheid onder normale
rijomstandigheden.
Het oprolmechanisme van de
veiligheidsgordel wordt automatisch
vergrendeld, zodat de inzittenden niet
kunnen bewegen wanneer uw voertuig de
kracht ervaart die wordt geassocieerd met
hard accelereren, remmen, bochten nemen
Stoelen en veiligheidssystemen
of een botsing. Het oprolmechanisme kan
ook vergrendelen wanneer u op steile
hellingen rijdt.
Automatisch blokkerend
oprolmechanisme (ALR)
De voorpassagiersstoel en alle
zitplaatsen achterin zijn uitgerust
met een automatisch blokkerend
oprolmechanisme (ALR) om kinderzitjes
veilig vast te zetten. Om de ALR-modus in
te schakelen, trekt u de veiligheidsgordel
langzaam en volledig uit. Op deze manier
wordt uittrekken van de veiligheidsgordel
uitgeschakeld en is alleen intrekken nog
mogelijk, om er zeker van te zijn dat de
kinderzitjes stevig zijn vastgezet. Wanneer
het oprolmechanisme in deze modus staat,
produceert het een hoorbaar ratelend
geluid wanneer de veiligheidsgordel kan
worden ingetrokken. Om het ALR-systeem
uit te schakelen, laat u de gordel helemaal
oprollen.
Waarschuwing: ALR mag alleen
worden gebruikt om kinderzitjes
vast te zetten en niet als
inzittenden gewoon op de stoel
zitten (niet in een kinderzitje).
De voorpassagiersstoel heeft een ALR.
Waarschuwing: Kinderzitjes mogen
alleen op de achterbank worden
gebruikt. Plaats geen kinderzitje op
de stoel van de voorpassagier.
De veiligheidsgordel omdoen
1. Plaats de stoel op de juiste plaats. Zie
De juiste zitpositie.
2. Trek de veiligheidsgordel naar buiten
en controleer of deze niet verdraaid of
beschadigd is.
3. Maak de veiligheidsgordel vast door
de gesp volledig in de sluiting te
steken. Een duidelijke klik geeft
aan dat de veiligheidsgordel goed is
vergrendeld.
46