Inhoudsopgave
Advertenties
zichtbaar. Schakel Bluetooth uit en weer in
om het opnieuw zichtbaar te maken.
Contactpersonen en berichten synchroniseren
U kunt de toegang tot contactpersonen
en berichten op de telefoon configureren
zodra een telefoon is gekoppeld, zodat u
kunt bellen en berichten weergeven van
contactpersonen die zijn opgeslagen op uw
telefoon. Volg deze stappen:
1. Selecteer BEWERKEN naast Bekende
apparaten op het scherm Apparaten
van het pilotpaneel om meer opties
voor elk bekend apparaat weer te
geven. Selecteer vervolgens de knop
Voorkeuren
u wilt bewerken.
2. Schakel via dit scherm tussen
de opties voor synchroniseren van
berichten en contactpersonen met
het voertuig.
NOTE: Het synchroniseren
van grotere lijsten met
contactpersonen kan langer
duren.
3. Ga naar de Bluetooth-instellingen van
uw mobiele apparaat en controleer of
u sms-meldingen hebt toegestaan om
uw berichten te synchroniseren. Zie
Voorkeuren van Bluetooth-apparaten
bewerken op pagina 158 voor meer
informatie.
4. Druk op OPSLAAN om deze
instellingen te behouden en terug te
keren naar het vorige scherm.
Bluetooth-apparaten verbinden en loskoppelen
Uw gekoppelde telefoon maakt
automatisch verbinding of verbreekt de
verbinding wanneer deze het voertuigbereik
binnengaat of verlaat. Als u verbinding wilt
maken met een ander gekoppeld apparaat:
1. Druk op BEWERKEN op het scherm
APPARATEN van het pilotpaneel.
2. Druk op de knop LOSKOPPELEN
naast het apparaat dat u wilt
loskoppelen.
Infotainment
voor het apparaat dat
3. Druk op GEREED als u klaar bent
met het loskoppelen van ongewenste
apparaten.
4. Tik op de naam van het te
verbinden apparaat onder BEKENDE
APPARATEN.
U kunt ook het rechter touchscreen
gebruiken. Druk op het
de statusbalk om aangesloten apparaten
weer te geven en verbinding te maken of
te verbreken.
Voorkeuren van Bluetooth-apparaten bewerken
Apparaatvoorkeuren bewerken:
Selecteer het telefoon- of
-
audiopictogram naast een apparaat
op het scherm Apparaten van het
pilotpaneel om het apparaat voor
die functionaliteit aan te sluiten of
los te koppelen. Deze wijzigingen
worden automatisch opgeslagen als
uw voorkeur. Voorkeuren voor het
synchroniseren van berichten en
contactpersonen kunnen ook voor
elk apparaat worden gewijzigd.
Zie Contactpersonen en berichten
synchroniseren op pagina 158 voor
meer informatie.
Als u een apparaat niet langer met het
voertuig wilt gebruiken:
1. Selecteer op het scherm
Bluetooth van het pilotpaneel de
optie BEWERKEN naast Bekende
apparaten om meer opties voor elk
bekend apparaat weer te geven.
2. Druk op de knop VERGETEN naast
elk apparaat dat u wilt verwijderen.
3. Druk op Gereed als u klaar bent
met het ontkoppelen van ongewenste
apparaten.
pictogram in
158
Advertenties
Inhoudsopgave
