Zitplaatsen voor grotere kinderen
Zet kinderen van meer dan 15 kg (33 lb)
maar minder dan 150 cm (60 inch) vast in
een zitverhoger of verhogingskussen. Het
is raadzaam een zitverhoger te gebruiken
die een zitkussen met een rugsteun
combineert.
Zet kinderen met een gewicht van meer
dan 22 kg (49 lb) maar met een lengte van
minder dan 150 cm (60 inch) vast op een
zitkussen.
Waarschuwing: Zorg ervoor dat de
veiligheidsgordel van het voertuig
goed over het kind wordt bevestigd
door de schoudergordel over het
midden van de schouder van
uw kind aan te brengen en de
heupgordel strak over de heupen te
trekken. Wanneer u een zitkussen
gebruikt, stelt u de hoofdsteun van
het voertuig naar behoefte af op
die zitpositie.
Waarschuwing: Als een zitverhoger
niet in gebruik is, laat deze dan niet
los in het voertuig zitten. Bij een
noodstop of aanrijding kan deze
de inzittenden of de rugleuningen
raken en ernstig letsel veroozaken.
Zet de zitverhoger vast of verwijder
deze volledig uit het voertuig.
Lees en volg zorgvuldig alle instructies,
waarschuwingen en labels die op de
zitverhoger zijn bevestigd en die door de
fabrikant van het kinderzitje zijn voorzien
bij het monteren in het voertuig.
Controleer en verstel altijd de
veiligheidsgordel van elk kind voor elke
rit. Monteer geen zitverhoger of kussen
met alleen het heupgedeelte van de
veiligheidsgordel. Zorg ervoor dat de
veiligheidsgordel strak zit en niet verdraaid
is.
Plaats het schoudergedeelte van de
veiligheidsgordel niet onder hun arm of
achter hun rug. Het niet opvolgen van
deze instructie kan de effectiviteit van
de veiligheidsgordel verminderen en het
risico op letsel of de dood bij een botsing
vergroten.
Stoelen en veiligheidssystemen
Kinderzitjes installeren
Waarschuwing: Zorg ervoor dat
het kinderzitje stevig tegen de
autostoel rust. Mogelijk moet u
de stoelen verstellen om het
kinderzitje goed vast te zetten. Zorg
ervoor dat de rugleuning rechtop
staat. Het kan nodig zijn om de
hoofdsteun omhoog te zetten of te
verwijderen.
Waarschuwing: Veranker de
kinderzitjes op de juiste manier.
Het verkeerd verankeren van de
kinderzitjes kan leiden tot een
aanzienlijk risico op letsel voor het
kind in het geval van een botsing of
noodstop.
Waarschuwing: Nadat u een
kinderzitje in het voertuig hebt
aangebracht, mag u de stoel van
het voertuig niet verstellen, omdat
hierdoor de bevestigingen van
het kinderzitje kunnen losraken.
Verwijder het kinderzitje voordat u
de positie van de stoel van het
voertuig aanpast. Wanneer de stoel
van het voertuig is versteld, plaatst
u het kinderzitje weer terug.
Niet alle kinderbeveiligingssystemen zijn
hetzelfde, en ze worden niet allemaal op
dezelfde manier geplaatst. Er zijn twee
soorten plaatsingen:
met de veiligheidsgordels aan de
-
stoelen van het voertuig vastgemaakt
met gebruik van LATCH/ISOFIX-
-
verankeringspunten voor kinderzitjes
die in het frame van de achterbank
zijn ingebouwd
Alle nieuwe en de meeste oudere
kinderzitjes maken ook gebruik van een
bovenste bevestigingsband die aan een
ankerpunt op de hoedenplank wordt
bevestigd.
54