Botsdetectie en- bescherming
Botsbescherming
Botsbescherming omvat automatische
noodremfunctie, waarschuwing voor
frontale botsing en bescherming tegen
aanrijdingen met voetgangers achter. Zie
Automatische noodrem op pagina 127,
Waarschuwing frontale botsing op pagina
128 en Botsbescherming voetgangers
achter op pagina 129.
De botsbescherming is altijd ingeschakeld
wanneer u het voertuig start.
Instellingen voor botsbescherming
Waarschuwing: Lucid raadt u
ten zeerste aan deze functie
ingeschakeld te laten om mogelijk
aanvullende hulp te bieden en
ernstig letsel te helpen voorkomen.
Tik op >
DreamDrive op het
pilotpaneel, gevolgd door het in- of
uitschakelen van de Botsbescherming.
U kunt het gevoeligheidsniveau
-
voor waarschuwingen bij frontale
botsingen selecteren: VROEG,
NORMAAL (standaard) of LAAT
wanneer Botsbescherming is
ingeschakeld.
NOTE: Gevoeligheidsniveaus
hebben geen invloed op de
werkelijke remweg.
NOTE: Het geselecteerde
gevoeligheidsniveau wordt
opgeslagen in het huidige
gebruikersprofiel.
U wordt gevraagd uw keuze
-
te bevestigen als u de
Botsbescherminguitschakelt.
Er verschijnt een indicator
op het touchscreen
als Botsbescherming is
uitgeschakeld.
DreamDrive
Automatische noodrem
In combinatie met Waarschuwing frontale
botsing detecteert het automatische
noodremsysteem de aanwezigheid van een
voorwerp, zoals een voertuig, fiets of
voetganger. Het systeem zal een noodstop
uitvoeren om de ernst van de botsing
te verminderen als het een dreigende
botsing met een voorwerp vóór het voertuig
vaststelt.
Bovendien biedt het systeem extra
remondersteuning als de bestuurder de
rem indrukt tijdens een automatische
noodrem.
Er klinkt een geluidssignaal en er
verschijnt een visuele waarschuwing op
het touchscreen wanneer de automatische
noodrem de remmen activeert. U kunt ook
beweging van het rempedaal opmerken.
NOTE: Indien actief worden
de Adaptive Cruise Control
en Highway Assist automatisch
uitgeschakeld als de automatische
noodrem wordt geactiveerd. Zie
Adaptive Cruise Control.
NOTE: De automatische noodrem
activeert de remmen niet of stopt
met het remmen wanneer:
Er abrupt aan het stuur wordt
-
gedraaid.
Het rempedaal wordt ingetrapt
-
en losgelaten terwijl de
automatische noodremfunctie
de remmen bekrachtigt.
Het gaspedaal abrupt
-
wordt ingetrapt terwijl de
automatische noodremfunctie
de remmen bekrachtigt.
Een gevaar (voertuig, motorfiets,
-
fiets of voetganger) wordt niet
langer gedetecteerd in de baan
van het voertuig.
127