Inhoudsopgave
Advertenties
Rijschakelaar
De Drive Selector gebruiken
Zet het voertuig in de stand P
(parkeren) of N (vrij) en beweeg de
rechter stuurkolomhendel omhoog of
omlaag om de achteruitrijstand of de
rijstand te selecteren. Het middelste
cockpitpaneel toont de huidige selectie.
In de parkeerstand moet u ook het
rempedaal intrappen voordat u D (rijden) of
R (achteruit) selecteert.
NOTE: Als u probeert een selectie
te maken die bij de huidige
rijsnelheid verboden is, klinkt
er een geluidssignaal en wordt
op het touchscreen een bericht
weergegeven.
R (achteruit)
Duw de hendel omhoog en laat hem los om
R te selecteren. De achteruitrijstand kan
alleen worden geselecteerd als het voertuig
stilstaat of als de rijsnelheid lager is dan 8
km/h (5 mph).
N (vrij)
Dit zorgt ervoor dat het voertuig vrij
kan rollen tenzij de remmen worden
ingeschakeld.
Als vanuit de parkeerstand naar de
neutraalstand wilt schakelen, duwt u de
Drive Selector omhoog of omlaag tot u
halverwege weerstand voelt en houdt u
deze één seconde vast. Laat los zodra de
auto in de neutraalstand schakelt.
Rijden en bedienen
Als u vanuit de rijstand of de
achteruitrijstand naar de neutraalstand
wilt schakelen, duwt u de Drive Selector
in de tegenovergestelde richting van
de momenteel geselecteerde versnelling.
Houd als u halverwege weerstand voelt
gedurende één seconde vast en laat los
zodra de auto in de neutraalstand schakelt.
NOTE: Als het elektrisch systeem
van het voertuig niet reageert,
moet de bestuurder een 12
V-hulpaccu aansluiten op de
hulpstartaansluiting om naar de
neutraalstand te schakelen.
D (rijden)
Duw de hendel omlaag en laat hem los
om D te selecteren. U kunt de rijstand
alleen selecteren als het voertuig stilstaat
of langzamer rijdt dan 8 km/h (5 mph) in de
achteruitversnelling.
P (parkeren)
Als de stand P wordt geselecteerd, wordt
de handrem automatisch ingeschakeld.
Terwijl het voertuig stilstaat, drukt u op het
uiteinde van de transmissiehendel om de
parkeerstand te selecteren.
NOTE: P wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een
laadkabel aansluit op de
oplaadpoort. Dit is om te
voorkomen dat het voertuig zich
verplaatst terwijl het nog is
aangesloten.
NOTE: Als het voertuig in de stand
D of R staat, wordt de stand
P automatisch geselecteerd als u
het bestuurdersportier opent of de
bestuurdersstoel verlaat.
81
Advertenties
Inhoudsopgave
