Inhoudsopgave
Advertenties
(Als de banden op uw voertuig andere
afmetingen hebben dan de banden die
op de sticker of het label staan vermeld,
moet u de juiste bandenspanning voor deze
banden bepalen).
Als u met een aanzienlijk lagere
bandenspanning rijdt, raakt de band
oververhit en kan de band defect raken.
Een te lage bandenspanning vermindert
ook de actieradius van de accu en
de levensduur van het loopvlak van de
banden, en kan het rijgedrag en het
remvermogen van de auto beïnvloeden.
Uw auto is uitgerust met
een controlesysteem voor
bandenspanning (TPMS) als
extra veiligheidsvoorziening.
Een waarschuwingslampje voor lage
bandenspanning gaat branden wanneer
een of meer banden aanzienlijk te
zacht zijn. Stop zo snel mogelijk en
laat uw banden controleren wanneer
het waarschuwingslampje voor lage
bandenspanning gaat branden. Breng ze
op de juiste spanning. Zie Controle van de
bandenspanning (TPMS) op pagina 222.
Waarschuwing: TPMS is
geen vervanging voor juist
bandenonderhoud. Als bestuurder
bent u verantwoordelijk voor de
juiste bandenspanning, ook als
de bandenspanning nog niet zo
laag is dat het lampje voor lage
bandenspanning van het TPMS
gaat branden.
Bandenspanning controleren
Waarschuwing: Elke band moet
maandelijks worden gecontroleerd
in koude toestand en opgepompt
tot de spanning die op
het typeplaatje staat of
zoals aanbevolen op de
bandenspanningssticker van het
voertuig.
Voorzichtigheid: Als de auto in
fel zonlicht heeft gestaan of
bij hoge omgevingstemperaturen
is gebruikt, mag u de
bandenspanningen niet verlagen.
Zet het voertuig in de schaduw
en laat de banden afkoelen
Banden en wielen
voordat u de controle uitvoert.
Als u met een te hoge of te
lage bandenspanning rijdt, kan dit
leiden tot ongelijkmatige slijtage
van de banden en kan het rijgedrag
van het voertuig worden beïnvloed.
Waarschuwing: Overschrijd de
maximale spanning niet die op de
zijwand van de band staat vermeld.
Een te hoge bandenspanning kan
ertoe leiden dat de band plotseling
defect raakt.
NOTE: De KOUDE bandenspanning
wordt gedefinieerd als de
bandenspanning van een band
die langer dan drie uur heeft
stilgestaan of waarmee minder dan
één km is gereden
Selecteer
>
Voertuig
> Bandenspanning om de huidige
bandenspanningen op het pilotpaneel weer
te geven.
NOTE: De bandenspanning wordt
weergegeven zodra de auto sneller
dan 21 km/h (13 mph) rijdt.
Als het nodig is om de banden te
controleren wanneer ze warm zijn, mag
u verwachten dat de bandenspanning is
toegenomen. Verlaag de spanning van
warme banden niet in een poging om
de aanbevolen koude bandenspanning te
evenaren.
Selecteer het tabblad AANBEVOLEN om
de aanbevolen KOUDE bandenspanningen
voor uw auto weer te geven. Pomp uw
banden altijd op tot de door Lucid
aanbevolen bandenspanningen, zelfs als
deze afwijken van de informatie over de
maximale bandenspanning op de band zelf.
Bandenspanning aanpassen
De bandenspanning controleren en
aanpassen:
1. Verwijder de dop van het ventiel, druk
de bandenspanningsmeter stevig op
het ventiel en meet de spanning.
2. Voeg zo nodig lucht toe om de
vereiste druk te bereiken.
217
Advertenties
Inhoudsopgave
