3. Controleer de spanning door
de bandenspanningsmeter te
verwijderen en vervolgens weer aan
te brengen. Als de meter niet eerst
wordt verwijderd voor hij weer op het
ventiel wordt geplaatst, kan de meter
een onjuiste waarde weergeven.
4. Als de bandenspanning te hoog is,
verwijdert u de meter en laat u lucht
uit de band ontsnappen door op het
metalen staafje in het midden van het
ventiel te drukken. Monteer de meter
weer op het ventiel en controleer de
druk.
5. Herhaal het proces van lucht
toevoegen of wegnemen totdat de
juiste bandenspanning is bereikt.
6. Draai de dop weer op het ventiel.
Bandventielen
Draai de ventieldoppen stevig vast om te
voorkomen dat er water of vuil in het
ventiel terecht kan komen. Controleer de
ventielen op lekkage bij het controleren van
de bandenspanning.
Platte plekken
De banden kunnen platte plekken krijgen
als het voertuig lange tijd stilstaat bij hoge
omgevingstemperaturen. Wanneer met de
auto wordt gereden, veroorzaken deze
platte plekken een trilling die geleidelijk
verdwijnt naarmate de banden opwarmen
en hun oorspronkelijke vorm terugkrijgen.
Bandenspanningen tijdens langdurige
opslag
Pomp de banden op tot de maximale
spanning zoals aangegeven op de wand van
de band om platte plekken tijdens opslag
tot een minimum te beperken.
Waarschuwing: De
bandenspanning moet tot de juiste
spanning worden verlaagd voordat
met de auto wordt gereden.
Banden en wielen
Banden en wielen vervangen
Waarschuwing: Voor uw veiligheid
wordt het aanbevolen om alleen
wielen en banden te gebruiken die
aan de oorspronkelijke specificatie
voldoen. Voor de specificaties
van goedgekeurde winterbanden
kunt u terecht bij uw Lucid-
servicecentrum.
Waarschuwing: De werking van de
controle van de bandenspanning
(TPMS) kan worden beïnvloed als
de banden worden vervangen door
een andere specificatie dan de
originele.
De velgen en banden zijn afgestemd
op de rijeigenschappen van het
voertuig. Controleer altijd of vervangende
banden voldoen aan de oorspronkelijke
specificatie. Als er andere dan de
gespecificeerde banden worden gebruikt,
zorg er dan voor dat de belastings- en
snelheidsindex (weergegeven op de zijkant
van de band) gelijk aan of hoger zijn dan
die van de oorspronkelijke specificatie.
Idealiter moeten de banden worden
vervangen als sets van vier. Als dit niet
mogelijk is, vervangt u de banden per
paar (voor en achter). Bij het vervangen
van de banden moeten de wielen worden
gebalanceerd en de uitlijning ervan
gecontroleerd.
Asymmetrische banden
Waarschuwing: De tractie en
het rijgedrag van het voertuig
zullen ernstig verslechteren als de
banden verkeerd op de wielen
worden gemonteerd.
Uw voertuig is uitgerust met
asymmetrische banden met verschillende
loopvlakpatronen aan de buiten- en
binnenrand van de band. Op de
buitenrand vertoont het loopvlakpatroon
grote profielblokken die zijn ontworpen
om droge tractie en weggedrag te bieden,
dankzij een groter contactgebied met de
weg.
218