Inhoudsopgave
Advertenties
NOTE: Het systeem kan maximaal
vier parkeerplaatsen tegelijk
detecteren.
Laat het rempedaal en het stuurwiel los
om te beginnen met parkeren wanneer het
systeem u daarom vraagt. Er klinkt een
geluidssignaal wanneer het voertuig begint
te bewegen. De achteruitkijkcamera wordt
weergegeven op het rechter touchscreen
tijdens Automatische parkeerstand in.
Op het pilotpaneel wordt de melding
Bezig met parkeren weergegeven. Let goed
op uw omgeving gedurende de gehele
parkeercyclus en wees erop voorbereid om
het voertuig op elk moment weer zelf onder
controle te krijgen.
Automatische parkeerstand in kan op
-
elk gewenst moment worden gestopt
door het rempedaal in te trappen, en
wordt automatisch hervat wanneer de
rem wordt losgelaten.
Het systeem zal de auto stoppen
-
en u vragen te remmen als het een
obstakel in de baan van het vpertuig
detecteert. De knop HERVATTEN op
het pilotpaneel wordt beschikbaar
wanneer het gevaar is geweken. Druk
op HERVATTEN en laat de rem los om
door te gaan met het parkeerproces.
Waarschuwing: Automatische
parkeerstand in garandeert niet
dat er voor een obstakel wordt
afgeremd. De bestuurder dient zelf
goed op de omgeving te letten en
zo nodig te remmen.
Druk op elk gewenst moment
-
op ANNULEREN om Automatische
parkeerstand in uit te zetten. Wees
voorbereid om de controle over
het voertuig over te nemen. Zie
Automatische parkeerstand in op
pagina 134.
NOTE: Er klinkt een geluidssignaal
wanneer het voertuig naar een
andere versnelling schakelt.
Het pilotpaneel geeft aan wanneer het
parkeren is voltooid en er klinkt een
DreamDrive
geluidssignaal. Het voertuig schakelt
automatisch naar P als het parkeren is
voltooid.
NOTE: Als het systeem een
stoeprand of helling detecteert,
worden de wielen overeenkomstig
ingesteld. Zie Automatische
parkeerstand in op pagina 134 om
deze functie uit te schakelen.
Automatische parkeerstand in annuleren
Tijdens de procedure voor automatisch
parkeren wordt Automatische parkeerstand
in onmiddellijk geannuleerd als zich een
van de volgende situaties voordoet:
Systeem- of sensorfouten
-
De bestuurder trapt het gaspedaal in,
-
houdt het stuur vast of schakelt naar
een andere versnelling
De bestuurder maakt de
-
veiligheidsgordel los
De bestuurder drukt op ANNULEREN
-
op het pilotpaneel
De kofferbak, motorkap of een portier
-
is niet gesloten
De geselecteerde parkeerplaats is te
-
klein na de eerste scan
Systeem kan na acht pogingen niet
-
veilig inparkeren
Hellingshoek of hellingsgraad is te
-
hoog
De weg is te glad of de banden
-
hebben weinig grip
Er is een veiligheidssysteem
-
geactiveerd (zoals botsbescherming
of de automatische noodremfunctie;
zie Botsdetectie en- bescherming op
pagina 127)
Als het systeem wordt geannuleerd, stopt
het voertuig, klinkt een geluidssignaal en
wordt de bestuurder gevraagd het stuur
en het rempedaal over te nemen. Het
voertuig schakelt automatisch naar de
135
Advertenties
Inhoudsopgave
