Dit zorgt ervoor dat alle
statussen van de klimaatregeling
worden gesynchroniseerd
met de bestuurderszone,
(temperatuurwaarde,
ventilatorsnelheidswaarde en
ventilatiestanden).
NOTE: SYNC wordt
uitgeschakeld als een
passagier een regeling
aanpast terwijl deze
is ingeschakeld. De
bedieningsinstellingen
voor de overige zones
blijven in SYNC zoals ze
eerder zijn ingesteld.
Druk op een pictogram om de
ventilator voor die zone in of uit te
schakelen. U kunt meerdere gebieden
tegelijk selecteren.
Bedieningsknoppen voor de temperatuur
voorin
De knoppen op het dashboard kunnen
de temperatuur en de ventilatorsnelheid
voor de bestuurder en voorpassagier
aanpassen. Beweeg een knop één keer
omhoog of omlaag om de temperatuur of
ventilatorsnelheid stapsgewijs te wijzigen.
Houd de schakelaar ingedrukt om in
meerdere stappen omhoog of omlaag te
gaan.
Op het rechter touchscreen opent een
klein venster langs de onderkant van het
display wanneer u de temperatuurknoppen
gebruikt. In dit venster worden de huidige
temperatuur- en ventilatorinstellingen
weergegeven en worden updates op
basis van de bedieningsinteracties
uitgevoerd. Gewijzigde instellingen worden
gemarkeerd.
NOTE: Het kleine venster verdwijnt
na een paar seconden inactiviteit
of als u een willekeurige plek op
het scherm aanraakt of veegt om
het eerder te verwijderen.
Scherm van de middenconsole achter
Selecteer Klimaat in het hoofdmenu
om toegang te krijgen tot de
Rijden en bedienen
bedieningselementen voor de zones
achterin. Als u wilt terugkeren naar het
hoofdmenu, drukt u op de onderste balk en
veegt u omhoog.
Druk één keer op een pijl om de
temperatuur of ventilatorsnelheid met ±1
stap te wijzigen of houd ingedrukt om met
meerdere stappen te wijzigen.
NOTE: De klimaatregeling wordt
automatisch uitgeschakeld als het
systeem geen passagiers op de
achterbank detecteert.
Afstandsbediende klimaatregeling
Afstandsbediende klimaatregeling is
mogelijk via de Lucid Mobile-app
op mobiele telefoons, waarmee u de
temperatuur in het voertuig of de
voorruitverwarming op afstand kunt
instellen.
NOTE: Als de temperatuurregelaars
via het pilotpaneel worden
gewijzigd, wordt deze functie
uitgeschakeld wanneer de
Afstandsbediende klimaatregeling
is ingeschakeld.
Ontdooien
Voorruitverwarming
Druk op het pictogram op het
linker touchscreen of op het
scherm van het pilotpaneel om
de voorruit te ontdooien. Merk
op dat het pictogram wordt gemarkeerd
wanneer het wordt geactiveerd.
Als deze knop wordt ingedrukt, schakelen
de verwarming en de ventilatorsnelheid
over op de hoge stand en wordt de
luchtstroom door de ventilatieopeningen
onderaan de voorruit geleid.
NOTE: Als de temperatuurregelaars
via het pilotpaneel worden
gewijzigd, wordt deze
functie uitgeschakeld wanneer
de voorruitontwaseming is
ingeschakeld.
103