4. Om het signaal van de
afstandsbediening te registreren
houdt u de afstandsbediening 2 in (5
cm) onder de letter L aan de voorkant
van uw voertuig ingedrukt totdat
de claxon klinkt en de koplampen
knipperen.
5. Druk op DOORGAAN als het
pilotpaneel aangeeft dat de
registratie is voltooid.
NOTE: Het proces op het
scherm slaat deze stap
automatisch over en gaat
verder met de volgende test
als wordt gedetecteerd dat
uw toestel een vaste code
gebruikt.
Druk op de knop LEREN aan de
achterkant van uw ontvanger (zo
nodig het deksel verwijderen) om
de ontvanger te trainen. Druk op
DOORGAAN op het pilotpaneel.
NOTE: Een tweede persoon
kan helpen bij deze stap,
omdat het indrukken van de
knop LEREN tijdgevoelig is.
NOTE: U kunt op DOORGAAN
drukken als uw ontvanger
compatibel is met QuickTrain.
NOTE: U hebt 30 seconden
tijd om HomeLink te testen
nadat u op de knop 'LEREN'
of op Sync hebt gedrukt.
Er wordt een foutmelding
weergegeven met de optie om
het opnieuw te proberen als
er binnen de time-outperiode
geen signaal is gedetecteerd.
6. Druk op de knop HOMELINK TESTEN
om te testen. U moet hier in totaal
drie keer op drukken. Wacht tot u
een vinkje ziet voordat u de knop een
tweede en derde keer indrukt.
7. De knop HOMELINK TESTEN is
tijdelijk niet beschikbaar tijdens
elke korte test, waarbij het huidige
testnummer geanimeerd zichtbaar is
om aan te geven dat de test loopt.
Infotainment
NOTE: Het apparaat dat u
programmeert kan tijdens een
van deze drie tests reageren.
Ga verder met alle drie de
tests.
8. Een vinkje komt op de plaats van het
nummer nadat een test is voltooid
en de knop HOMELINK TESTEN
beschikbaar is. Doorloop alle drie de
tests.
9. Op het scherm wordt u gevraagd
te bevestigen of het apparaat heeft
gereageerd nadat alle drie tests zijn
voltooid. Druk op JA of NEE.
NOTE: Als u op NEE drukt,
krijgt u de optie om de
test opnieuw te starten
en de contactgegevens voor
HomeLink Help.
10. U gaat terug naar het scherm
Connectiviteit als u op JAdrukt.
Uw nieuwe HomeLink-apparaat wordt
weergegeven onder AANGESLOTEN
APPARATEN.
Een apparaat opnieuw programmeren
1. Selecteer
>
> HomeLink op het pilotpaneel en
klik vervolgens op het opnieuw te
programmeren apparaat.
2. Druk op PROGRAMMEREN op het
scherm met apparaatdetails.
3. Volg de stappen voor het
programmeren van een apparaat. Zie
Homelink programmeren.
HomeLink® gebruiken
De apparaten zijn toegankelijk via
het HomeLink-menu op het rechter
touchscreen nadat ze voor uw voertuig zijn
geprogrammeerd.
Het HomeLink-menu opent automatisch
wanneer het voertuig binnen een afstand
van 131 ft (40 m) van een geprogrammeerde
Connectiviteit
164