●
Wanneer <Bevestigen bij TX-kiescode> is ingesteld op <Aan>, verschijnt een scherm met de bestemming
en de naam voor de code. (In het geval van een code voor groepskiezen ziet u de naam van de
bestemming en het aantal bestemmingen.) Controleer of alles in orde is en tik op <OK>. Om een andere
bestemming op te geven, tikt u op <Annuleren> en voer dan het driecijferige verkorte nummer in.
Bestemmingen in het adresboek weergeven(P. 429)
Bestemmingen direct invoeren
Voor een bestemming die niet is opgeslagen in het adresboek, voert u deze in door een faxnummer in te
voeren.
1
Voer het faxnummer in op het tabblad <Bestem. inv.>.
●
Als uw apparaat is aangesloten op een telefooncentrale, selecteert u <R> voordat u de bestemming invoert.
Als <R> niet beschikbaar is, moet u de instellingen voor de R-toets registreren.
(P. 567)
●
Als u een onjuiste waarde hebt ingevoerd, wist u deze met behulp van
Een bestemming toevoegen
●
U kunt een tweede of daaropvolgende bestemming invoeren door <Volg. bestem.> te selecteren.
Als een bevestigingsscherm verschijnt
●
Wanneer <Bevestig ingevoerd faxnummer> is ingesteld op <Aan>, wordt weer het invoerscherm
weergegeven waarin u de bestemming kunt bevestigen (
bevestigen(P. 431) ). Voer de bestemming opnieuw in.
Faxen naar het buitenland verzenden
●
Voer de internationale toegangscode, het landnummer, en het faxnummer in om de bestemming op
te geven. Als u geen verbinding kunt maken met een ontvanger, selecteert u <Onderbreken> en
voegt u een pauze in tussen nummers.
Bestemmingen op een LDAP-server opgeven
●
U moet de instellingen voor de verbinding met een LDAP-server vooraf opgeven.
registreren(P. 62)
Faxen
Als in uw kantooromgeving een LDAP-server is geïnstalleerd, kunt u ook met behulp
van gebruikersinformatie op de server een bestemming opgeven. Ga via het
apparaat naar de LDAP-server om naar de juiste gebruikersinformatie te zoeken en
dat als bestemming op te geven.
229
<R-toets instelling>
.
Het ingevoerde faxnummer
LDAP-servers