5
Selecteer [Type bestemming om te registreren] en klik op [OK].
●
Om de gedeelde map of van de FTP-server als bestemming te registreren, selecteert u [Bestand].
6
Geef de bestemming op.
De faxbestemming registreren
[Naam]
Voer de naam van de bestemming in.
[Faxnummer]
Voer het faxnummer van de bestemming in.
[ECM TX]
Selecteer het selectievakje voor het volgende: als er een fout in een verzonden afbeelding optreedt, wordt de
fout gecontroleerd en gecorrigeerd om te voorkomen dat een onjuiste afbeelding wordt verzonden.
[Snelheid]
Als het even duurt voordat een verzending begint, bijvoorbeeld vanwege een slechte telefoonverbinding, kunt u
de transmissiestartsnelheid verlagen.
[Interlokaal]
Geef bij het registreren van buitenlandse faxnummers [Internationaal (1)] tot en met [Internationaal (3)] al naar
gelang de verzendomstandigheden.
●
U kunt [ECM TX] en [TX-startsnelheid] ook opgeven vanuit <Faxinstellingen> (
het bedieningspaneel. Via <Adresboek> opgegeven instellingen bieden echter toegang tot de
gedetailleerde instellingen van bestemmingen die in het adresboek zijn opgeslagen.
Het apparaat beheren
453
<Verzenden>(P. 557) ) op