●
Als u de [Printernaam] wijzigt die u eerder hebt opgegeven, kunt u misschien niet meer afdrukken vanaf de
Mac die u tot dan toe voor afdrukken hebt gebruikt. Dit komt doordat de <mDNS-naam> (
configureren(P. 54) ) van IPv4 eveneens automatisch is gewijzigd. Voeg in dit geval deze machine weer aan
de Mac toe.
●
Door het invoeren van de printernaam wordt het makkelijker om meerdere printers te identificeren die
AirPrint ondersteunen.
◼
Als u functies wilt uitschakelen die u niet gaat gebruiken met AirPrint of die de communicatie versleutelen, kunt u de
nodige instellingen instellen via het bedieningspaneel.
Afdruk- en faxinstellingen wijzigen
Voor afdrukken of faxen via AirPrint wordt het IPP-protocol gebruikt.
De functie in-/uitschakelen (Aan/Uit)
U kunt opgeven of AirPrint gebruikt moet worden voor het afdrukken en voor het verzenden van faxen. De
fabrieksinstelling is <Aan>.
<Menu>
afdrukken>
De instelling voor TLS wijzigen
U kunt opgeven of u communicatie wilt versleutelen met TLS wanneer u afdrukt of faxt met AirPrint. De
fabrieksinstelling is <Uit>.
<Menu>
afdrukken>
De scaninstelling wijzigen
Configureer de scaninstelling met behulp van AirPrint.
De functie instellen op Inschakelen of Uitschakelen
U kunt de scanfunctie van AirPrint in- en uitschakelen. De fabrieksinstelling is <Aan>.
<Menu>
instellingen>
TLS-instellingen wijzigen
U kunt opgeven of bij het scannen van gegevens met behulp van AirPrint, TLS communicatie moet worden
gecodeerd. De fabrieksinstelling is <Uit>.
Koppelen aan mobiele apparaten
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Stel <Gebruik IPP-afdrukken> in op <Uit> of <Aan>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Stel <Gebruik TLS> in op <Uit> of <Aan>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Stel <Network Link Scan gebruiken> in op <Uit> of <Aan>
353
<TCP/IP-instellingen>
<Instellingen IPP-
<TCP/IP-instellingen>
<Instellingen IPP-
<Toepassen>
<TCP/IP-instellingen>
<Network Link Scan-
DNS
<Toepassen>
<Toepassen>