8
Schakel het selectievakje in voor de gebruiker die u wilt opgeven als bestemming, en
selecteer <Toepassen>.
Als een scherm verschijnt waarop reeds een bestemming is opgegeven
●
U kunt uitsluitend verzenden naar een beperkt aantal bestemmingen. Wilt u verzenden naar andere
bestemmingen, dan moet u de authenticatie-instellingen van de zendfunctie zodanig configureren, dat e-
mailverzending niet wordt beperkt. Neem contact op met uw beheerder voor meer informatie.
Server-authenticatie(P. 385)
Bestemmingen opgeven vanuit de transmissiegegevens
●
U kunt ook eerder gebruikte bestemmingen opnieuw oproepen.
opslaginstellingen oproepen (herhaal-instellingen)(P. 325)
Het origineel opslaan in een gedeelde map of op de FTP-server
●
U kunt maar één bestemming opgeven.
5
Als u een e-mail verzendt, moet u, indien nodig, meerdere bestemmingen opgeven,
zoals Cc- en Bcc-bestemmingen.
●
Selecteer de methode die wordt gebruikt om bestemmingen op te geven op het tabblad <Bestemming
opgeven> en geef de bestemming op.
●
Als u <LDAP-server> of <Mezelf opgeven als bestemming> hebt opgegeven, wordt de bestemming
opgegeven in het veld <Aan>.
●
<Cc>- en <Bcc>-adressen kunnen alleen worden geselecteerd met <Adresboek> of <Kiescode>.
Bestemmingen verwijderen
Als u meerdere bestemmingen hebt opgegeven, kunt u indien nodig bestemmingen verwijderen.
1
Selecteer <Bevestig bestemming>.
2
Schakel het selectievakje voor de te verwijderen bestemming in, en selecteer <Verwijder vn best.>.
●
Als u Groep selecteert, selecteert u <Details>
in de groep zijn geregistreerd.
3
Selecteer <Ja>.
6
Wijzig desgewenst de scaninstellingen.
Het scanformaat van het origineel opgeven
Een bestandsindeling selecteren
Dubbelzijdige originelen scannen
Scannen
<Bestemming>; u kunt de bestemmingen bekijken die
306
LDAP-
Eerder gebruikte verzend-/