Papierinstellingen op het apparaat
●
Normaal gesproken moet u, voordat u gaat afdrukken, het formaat en het type papier opgeven dat is
geladen in iedere papierbron.
1
Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer.
2
Selecteer het printerstuurprogramma voor dit apparaat en klik op
[Voorkeursinstellingen] of [Eigenschappen].
3
Geef zo nodig de afdrukinstellingen op en klik op [OK].
●
Kies het tabblad volgens de instellingen.
4
Klik op [Afdrukken] of op [OK].
➠
Het afdrukken wordt gestart.
●
Raadpleeg
KOPPELINGEN
Afdrukstatus en logboeken controleren(P. 273)
Afdrukken annuleren(P. 270) als u het afdrukken wilt annuleren.
Afdrukken
269