Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Authenticatie-Server Registreren - Canon imageRUNNER C3025i imageRUNNER C3025 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor imageRUNNER C3025i imageRUNNER C3025:
Inhoudsopgave

Advertenties

[Inloggegevens]
Selecteer [Niet gebruiken], [Gebruik] of [Gebruik (beveiligingsauthenticatie)], afhankelijk van het type verificatie
dat wordt gebruikt door de LDAP-server. Als [Gebruik] of [Gebruik (beveiligingsauthenticatie)] is geselecteerd,
moet u een gebruikersnaam en wachtwoord opgeven.
[Niet gebruiken]
[Gebruik]
[Gebruik
(beveiligingsauthenticatie)]
[Authenticatiescherm weergeven tijdens zoeken]
Schakel het selectievakje in als de gebruiker een gebruikersnaam en wachtwoord moet invoeren voor een
zoekopdracht. Als het selectievakje [Dezelfde authenticatiegegevens als toen verzending werd gestart] is
geselecteerd, worden de gebruikersnaam en het wachtwoord die worden gebruikt voor authenticatie voor het
verzenden van faxen of scans, hier ook gebruikt. Als het selectievakje is uitgeschakeld, wordt voor de
authenticatie informatie gebruikt die is ingevoerd in [Gebruikersnaam] en [Wachtwoord].
[Dezelfde authenticatiegegevens als toen verzending werd gestart]
Ingesteld of de authenticatie-informatie bij gebruik van de fax- of scanfunctie, ook wordt gebruikt voor een
zoekopdracht. Dit selectievakje wordt gewoonlijk getoond als ingeschakeld; het geldt echter alleen wanneer het
selectievakje [Authenticatiescherm weergeven tijdens zoeken] is ingeschakeld.
[Gebruikersnaam]
Voer de gebruikersnaam in van het apparaat dat is geregistreerd op de LDAP-server.
Als [Gebruik] is geselecteerd bij [Inloggegevens], typt u de gebruikersnaam als "(domeinnaam)\
(gebruikersnaam)" (Voorbeeld: domein1\gebruiker1).
Als [Gebruik (beveiligingsauthenticatie)] is geselecteerd, typt u alleen de gebruikersnaam (bijvoorbeeld:
gebruiker1).
[Wachtwoord instellen/wijzigen]
Als u het wachtwoord wilt opgeven of wijzigen, schakelt u het selectievakje in en typt u alfanumerieke tekens in
het tekstvak [Wachtwoord].
[Domeinnaam]
Als [Gebruik (beveiligingsauthenticatie)] is geselecteerd voor [Inloggegevens], typt u alfanumerieke tekens voor
de mapnaam in de boomstructuur van Active Directory (bijvoorbeeld: voorbeeld.com).
[TLS-certificaat voor toegang tot LDAP-server bevestigen]
Schakel het selectievakje in om de communicatie met de LDAP-server met behulp van TLS te versleutelen.
Schakel, indien nodig, ook het selectievakje [Voeg CN toe aan verificatie-items] in.

De authenticatie-server registreren

Als het gebruik van de fax- en scanfuncties wordt beperkt, registreer dan de server die wordt gebruikt voor
authenticatie.
Instellen
Met deze optie wordt de machine niet geverifieerd met behulp van de
aanmeldingsgegevens.
Met deze optie wordt de machine geverifieerd met behulp van de
aanmeldingsgegevens.
Selecteer deze optie om gegevens afkomstig van Kerberos, een
netwerkverificatieprotocol, te gebruiken voor het verificatiewachtwoord. Als deze
instelling is geselecteerd, moet de klok van de machine worden gesynchroniseerd met
die van de LDAP-server.
64

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave