Printerpoorten configureren
Er kunnen afdrukfouten optreden wanneer het IP-adres van de machine is gewijzigd of wanneer er een printer is
toegevoegd via de printermap van Windows. Deze fouten zijn meestal het gevolg van onjuiste
printerpoortinstellingen. Zo kan er een onjuist poortnummer of type poort zijn opgegeven. In dergelijke situaties
mislukt het afdrukken omdat de documentgegevens niet aankomen op de machine. U kunt dit type probleem
oplossen door de printerpoortinstellingen te configureren op de computer.
●
Om de onderstaande procedure uit te voeren, moet u zich bij de computer aanmelden met een
beheerdersaccount.
1
Open de printermap.
2
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het stuurprogramma voor dit
apparaat en klik op [Eigenschappen van printer] (of [Eigenschappen]).
3
Klik op het tabblad [Poorten] en configureer de vereiste instellingen.
Een poort toevoegen
Als u het IP-adres van de machine hebt gewijzigd of u hebt een onjuiste poort geselecteerd tijdens het
installeren van een stuurprogramma uit de Windows printermap, voegt u een nieuwe poort toe. Er zijn twee
typen poorten: "MFNP Port" en "Standard TCP/IP Port". Selecteer het type poort die het meest geschikt is
voor uw omgeving.
MFNP Poort
(uitsluitend voor IPv4 omgeving)
Instellen
De printermap weergeven(P. 788)
Dit is een poort die automatische detectie van het IP-adres van het apparaat toestaat.
Ook als het IP-adres van het apparaat is veranderd, blijft de verbinding behouden,
vooropgesteld dat het apparaat en de computer zich op hetzelfde subnet bevinden. U
hoeft niet iedere keer dat het IP-adres is veranderd een nieuwe poort toe te voegen.
Als u het apparaat in een IPv4-omgeving gebruikt, moet u normaal gesproken dit type
poort selecteren.
●
U kunt een MFNP poort uitsluitend toevoegen als u het stuurprogramma van de
meegeleverde DVD/CD-ROM hebt geïnstalleerd, of als u het printer- of
faxstuurprogramma van de website van Canon hebt opgehaald en geïnstalleerd.
42
1XSR-00U