15
|
Installatie van de leidingen
Over omschakelkleppen
Referentie-informatie over de veiligheidsklep
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
100
In een configuratie met 1 veiligheidsklep moet het koelmiddel worden verwijderd
als de veiligheidsklep moet worden vervangen.
Als u het koelmiddel niet wilt verwijderen, raden we aan om een omschakelklep te
installeren en 2 veiligheidskleppen te gebruiken.
Systeemlay-out
a
a
b
d
c
a Veiligheidsklep (1 accessoire + 1 lokaal te voorzien)
b Omschakelklep (lokaal te voorzien)
c Deel met schroefdraad (accessoire)
d Buitenunit
Houd rekening met de referentie-informatie over de veiligheidsklep.
Maximum leidinglengte
De toegestane lengte van de leiding van de veiligheidsklep wordt beperkt door de
volgende punten:
▪
de diameter van de leiding
▪
het aantal bochten in de leiding
▪
de aanwezigheid van een omschakelklep en de kv-waarde ervan. Zie
4
omschakelkleppen" [
kV-waarde
omschakelkl
8
ep
bochten
(b)
0
21
3-3,49
14
3,5-4,49
15
4,5-4,99
17
5-7,99
18
(a)
K65 of gelijkwaardige leiding
(b)
0 = Geen omschakelklep aanwezig
kV-waarde
omschakelkl
8
ep
bochten
(b)
0
25
3-3,49
16
100] voor meer informatie over omschakelkleppen.
Maximum leidinglengte (m) voor Ø19,1 mm
9
bochten
bochten
20
13
15
17
17
Maximum leidinglengte (m) voor Ø22,2 mm
9
bochten
bochten
24
15
10
11
bochten
20
19
12
12
14
14
16
16
17
16
10
11
bochten
24
23
15
14
LREN8~12A + LRNUN5A
CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit
4P704142-1C – 2024.12
"Over
(a)
12
bochten
18
11
13
15
16
(a)
12
bochten
22
13