14 Installatie van de unit
In dit hoofdstuk
LREN8~12A + LRNUN5A
CO₂ ZEAS buitenunit en capacity up unit
4P704142-1C – 2024.12
WAARSCHUWING
▪
Installeer alle vereiste tegenmaatregelen voor koelmiddellekken volgens de norm
EN378 (zie
koelmiddel" [
▪
Installeer een CO
koelmiddelleidingen, koelvitrines of koelblazers, en - indien aanwezig - schakel de
functie voor koelmiddellekdetectie in (zie de montagehandleiding van de
binnenunits).
WAARSCHUWING
Maak de unit goed vast. Voor instructies, zie
OPMERKING
Houd rekening met negatieve effecten. Bijvoorbeeld gevaar dat er zich water
ophoopt en bevriest in afvoerleidingen voor drukveiligheidskleppen, ophopen van
vuil en afval, of blokkeren van de drukveiligheid door CO
INFORMATIE
De installateur is verantwoordelijk voor het leveren van de lokaal te voorziene
onderdelen.
OPMERKING
Wanneer de buitenunit binnen moet worden geïnstalleerd (bijvoorbeeld in een
technische ruimte), MOET aan de volgende vereisten worden voldaan:
▪
Installatie van luchtkanalen voor de afvoerlucht van de unit naar buiten.
▪
Elke afvoerluchtventilator in de unit MOET een individueel luchtstroompad
hebben. Zorg ervoor dat er geen vermenging/recirculatie van luchtstromen
plaatsvindt.
▪
Het drukverlies over de luchtkanalen mag NIET hoger zijn dan de maximale
statische drukwaarde van de instelling van de hoge externe statische druk (ESP)
(78,40 Pa):
- Als de ESP over het kanaalwerk lager is dan of gelijk is aan 30,00 Pa, is geen
activering van de instelling hoge ESP vereist.
- Als de ESP over het kanaalwerk hoger is dan 30,00 Pa, MOET de instelling hoge
ESP worden geactiveerd (zie servicehandleiding).
▪
Zorg voor voldoende ventilatie van de technische ruimte waar de units worden
geïnstalleerd, met gevelluchtopeningen voor de compensatie van verse lucht.
▪
Neem contact op met uw plaatselijke dealer voor meer informatie over de
binneninstallatie van de buitenunit.
14.1
Installatieplaats voorbereiden................................................................................................................................................
14.1.1
Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit geïnstalleerd wordt ....................................................................
14.1.2
Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van de buitenunit in koude klimaten .....................................
14.1.3
Bijkomende vereisten voor de installatieplaats voor CO₂-koelmiddel .................................................................
14.2
De unit openen en sluiten ......................................................................................................................................................
14.2.1
Over het openen van de units ...............................................................................................................................
14.2.2
De buitenunit openen............................................................................................................................................
14.2.3
Schakelkast van de buitenunit openen..................................................................................................................
14.2.4
De buitenunit sluiten .............................................................................................................................................
"14.1.3 Bijkomende vereisten voor de installatieplaats voor CO₂-
4
64]).
-lekdetector (lokaal te voorzien) in elke kamer met
2
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
14
Installatie van de unit
|
4
"14 Installatie van de
unit" [
in vaste toestand (R744).
2
59].
60
60
64
64
69
69
69
70
71
59