Selecteer Start frequency/voltage clockwise [3] om
gedurende de startvertraging de in parameter 130
Start frequency en parameter 131 Voltage
beschreven functie te verkrijgen..
De uitgangsfrequentie is altijd gelijk aan de instelling
van parameter 130 130 Start frequency en de uit-
gangsspanning komt overeen met de instelling van
parameter 131 Voltage at start, onafhankelijk van de
waarde van het referentiesignaal. Deze functie wordt
bijvoorbeeld gebruikt bij hijstoepassingen. Ze wordt
met name gebruikt in toepassingen met een
conische ankermotor, waarbij de rotatierichting aan-
vankelijk met de klok mee moet zijn, gevolgd door
een rotatie in de referentierichting.
Selecteer Start frequency/voltage in reference direc-
tion [4] om gedurende de startvertraging de in
parameter 130 Start frequency en 131 Voltage at
start te verkrijgen.
De rotatierichting van de motor volgt altijd de refer-
entierichting. Als het referentiesignaal gelijk is aan 0,
zal de uitgangsfrequentie gelijk zijn aan 0 Hz, terwijl
de uitgangsspanning overeenkomt met de instelling
van parameter 131 Voltage at start. Als het
referentiesignaal niet gelijk is aan nul, zal de uit-
gangsfrequentie gelijk zijn aan parameter 130 Start
frequency en de uitgangsspanning zal gelijk zijn aan
parameter 131 Voltage at start. Deze functie wordt
in de regel gebruikt voor hijstoepassingen met
tegengewicht. Ze wordt met name gebruikt in
toepassingen met een conische ankermotor. De
conische ankermotor kan aanlopen met behulp van
parameter 130 Start frequency en parameter 131
Voltage at start.
122 Functie bij stop
122
(FUNCTION AT STOP)
Waarde:
Coasting (COAST)
DC hold (DC HOLD)
Functie:
Hier wordt de functie van de frequentie-omvormer
geselecteerd nadat de uitgangsfrequentie lager is
geworden dan de waarde in parameter 123 The min.
frequency for activation of function at stop of na een
stopcommando en wanneer de uitgangsfrequentie is
uitgelopen tot 0 Hz.
Beschrijving van de keuze:
Selecteer Coasting [0] als de frequentie-omvormer
de motor moet laten 'uitlopen' (inverter uit).
= fabrieksinstelling. () = display-tekst [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seri ële communicatiepoort.
MG.28.E5.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
Serie 2800
Selecteer DC hold [1] indien parameter 137 DC hold
voltage moet worden geactiveerd.
123 Min. frequentie voor activering van functie
123
bij stop
(MIN.F.FUNC.STOP)
Waarde:
0,1 - 10 Hz
Functie:
In deze parameter wordt de uitgangsfrequentie in-
gesteld waarbij de functie die geselecteerd is in
parameter 122 Function at stop geactiveerd moet
worden.
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste uitgangsfrequentie in.
Gelijkstroomrem
Tijdens het gebruik van de gelijkstroomrem wordt
gelijkstroom aan de motor geleverd, waardoor de as
tot stilstand komt. In parameter 132 DC brake
voltage kan de gelijkstroomremspanning worden in-
gesteld op een waarde tussen 0 en 100%. De
maximale gelijkstroomremspanning hangt af van de
geselecteerde motorgegevens.
In parameter 126 DC braking time wordt de gelijk-
stroomremtijd bepaald en in parameter 127 DC brake
cut-in frequency wordt de frequentie geselecteerd
waarbij de gelijkstroomrem actief wordt. Indien een
digitale ingang op DC braking inverse [5] is gepro-
grammeerd en van logisch '1' naar logisch '0' gaat,
wordt de gelijkstroomrem geactiveerd. Wanneer een
stopcommando actief wordt, wordt de gelijkstroom-
rem geactiveerd wanneer de uitgangsfrequentie
lager is dan de inschakelfrequentie van de rem.
NB!:
[0]
De gelijkstroomrem mag niet worden gebruikt
[1]
als de traagheid van de motoras meer dan 20
maal de interne traagheid van de motor is.
126 DC brake time
126
(DC BRAKING TIME)
Waarde:
0 - 60 s
Functie:
In deze parameter wordt de tijd ingesteld waarin pa-
rameter 132 DC brake voltage actief moet zijn.
0,1 Hz
10 s
75