Digitale ref.,
Digitale ref.
msb
lsb
0
0
1
1
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste digitale referentie(s) in.
219 Inhaalwaarde (catch-up/slow-down)
219
(CATCH UP/SLW DWN)
Waarde:
0,00 - 100% van de gegeven referentie
Functie:
Met deze parameter kan men een procentuele
waarde invoeren die zal worden opgeteld bij of
afgetrokken van de referenties voor afstandsbedien-
ing.
De referentie voor afstandsbediening is de som van
de digitale referenties, analoge referenties, pulsrefer-
entie en willekeurige referenties van seriële
communicatie.
Beschrijving van de keuze:
Indien Catch up actief is via een digitale ingang, zal
het percentage dat in parameter 219 Catch up/Slow
down reference geselecteerd is, worden toegevoegd
aan de referentie voor afstandsbediening.
Indien Slow down actief is via een digitale ingang,
zal het percentage in parameter 219 Catch up/Slow
down reference worden afgetrokken van de referen-
tie van de afstandsbediening.
221 Stroombegrenzing, I
221
(CURRENT LIMIT)
Waarde:
0 - XXX,X % van par. 105
Functie:
Hier moet de maximale uitgangsstroom I
ingesteld. De fabrieksinstelling komt overeen met de
maximale uitgangsstroom I
grenzing wordt gebruikt als motorbeveiliging, de
nominale motorstroom instellen. Indien de stroombe-
= fabrieksinstelling. () = display-tekst [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seri ële communicatiepoort.
MG.28.E5.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Digitale ref.
0
1
Digitale ref.
1
2
Digitale ref.
0
3
Digitale ref.
1
4
0
LIM
160 %
worden
LIM
. Indien de stroombe-
MAX
®
VLT
Serie 2800
grenzing op een waarde hoger dan 100% (de
nominale uitgangsstroom van de frequentie-
omvormer, I
) wordt ingesteld, kan de
INV.
frequentie-omvormer uitsluitend intermitterende (met
tussenpozen werkende) belastingen aan. Nadat de
belasting de I
overschreden heeft, moet de be-
INV .
lasting voor enige tijd onder de I
de stroombegrenzing is ingesteld op een waarde
lager dan I
, wordt het versnellingskoppel
INV.
overeenkomstig gereduceerd.
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste maximale uitgangsstroom I
223 Waarschuwing: Lage stroom, I
223
(WARN. CURRENT LO)
Waarde:
0,0 - par. 224 Waarschuwing: Hoge stroom, I
Functie:
Wanneer de motorstroom onder de ingestelde be-
grenzing I
valt, wordt een waarschuwing
LOW
gegeven.
De parameters 223-228 Warning functions
functioneren niet tijdens een aanloop na een start-
commando en na een stopcommando of tijdens het
stoppen. De waarschuwingsfuncties worden geac-
tiveerd wanneer de uitgangsfrequentie de totale
referentie heeft bereikt. De signaaluitgangen kunnen
geprogrammeerd worden voor het geven van een
waarschuwingssignaal via klem 46 en via de re-
laisuitgang.
Beschrijving van de keuze:
Het signaal voor de lage stroombegrenzing van de
uitgangsstroom I
moet geprogrammeerd worden
LOW
binnen het normale werkbereik van de frequentie-
omvormer.
blijven. Indien
INV .
in.
LIM
LOW
HIGH
0,0 A
87