Inhoudsopgave
Advertenties
7 Inbedrijfstelling
7.4 Eindposities – meldinrichting
7
6. Aandrijving naar de nieuwe eindpositie
verplaatsen.
■
Trajectafhankelijke uitschakeling:
Drive Controller zo lang indrukken tot de
nieuwe eindpositie bereikt is. Door het
wisselen van de looprichting is een exacte
positionering mogelijk.
Als het geldige instelbereik wordt verlaten,
verandert de kleur van de voortgangsbalk.
Zie ook de instructie in het hoofdstuk
'procedure nieuwe instelling ...' op
pagina 51.
■
Koppelgestuurde uitschakeling:
Bijstellen van de eindposities bij koppel-
gestuurde uitschakeling kan in uitzonde-
ringsgevallen noodzakelijk zijn, wanneer
bijv. de functie 'adaptieve eindpositie' is
uitgeschakeld of een afwijking tot 0,7%
moet worden gecorrigeerd (zie ook pagina
91). De Drive Controller langer dan 3 s
ingedrukt houden! De aandrijving beweegt
zich automatisch tot het bereiken van de
eindpositie, zie ook volgende instructie:
Bij kort (< 2 s) bedienen van de Dri-
ve Controller beweegt de aandrijving
alleen zolang de Drive Controller wordt
ingedrukt. Als op deze manier, door her-
haaldelijk kort indrukken, de aandrijving
verreden wordt, vindt er niet onmiddellijk
koppelgestuurde uitschakeling plaats.
Op het display wordt het geldige instelbereik,
de procentuele verandering ten opzichte van
het totale steltraject tot nu toe en de afwijking
ten opzichte van de eindpositie tot nu toe
weergegeven.
7. Markering op 'eindpositie overnemen' zetten
(afb. 4, pos. 3) en bevestigen.
Met een melding wordt bevestigd dat de
bijstelling is gelukt.
8. 'Gereed' (afb. 5, pos. 1) bevestigen.
Op het display is nu het menu 'eindposities'
te zien.
Pagina 54
SIPOS SEVEN: PROFITRON, HiMod
Afb� 4: nieuwe eindpositie overnemen
Afb� 5: bijstelling van eindpositie correct
Gebruiksaanwijzing
Y070.302/NL
Advertenties
Inhoudsopgave
