10 Koppelcurve
10
10 Koppelcurve
Dit hoofdstuk geldt niet voor 2SG7 en 2SQ7.
Preventieve armaturenbewaking is door vergelijking van tot drie op verschillende tijden opgenomen
koppelcurven van de in het bedrijf zijnde actuator mogelijk.
■
Voorwaarde voor de opname van de koppelcurven is een geldige eindpositie-instelling.
■
Een realistische vergelijking is alleen mogelijk wanneer bij het opnemen van de curven dezelfde
aandrijfinstellingen beschikbaar zijn.
10�1 Algemeen
De opname van de koppelcurven kan plaatsvinden:
■
Direct bij de aandrijving via
– het display met de Drive Controller. Deze methode wordt hierna beschreven;
– het pc-parametreerprogramma COM-SIPOS (aandrijving moet in status LOK zijn);
■
Van het centrale regelpunt via PROFIBUS DP-V1 (aandrijving moet in status AFSTAND,
'bedrijfsklaar' zijn).
Het aftasten van het steltraject gaat in stappen van 1%. Elke curve kan naar keuze worden
overschreven.
De bij de koppelcurve opgetekende koppels kunnen op verschillende manieren worden bepaald:
■
Berekening met behulp van omvormer-tussenkringstroom;
De koppelwaarden kunnen afwijken van het feitelijke koppel, met name in de eindposities en bij
toerentalveranderingen tijdens het bedrijf.
Deze variant wordt automatisch gebruikt wanneer er geen koppel-meetflens is geparametreerd.
of
■
Meting met koppel-meetflens
Voorwaarde is dat de koppel-meetflens aanwezig is en de parameter 'koppel-meetflens' op
analoge input AI1/AI2 is gezet.
Als deze parameter is ingesteld, wordt automatisch de waarde van koppel-meetflens voor de
koppelcurve gebruikt.
Bij aandrijvingen met een lineaire eenheid en zwenkoverbrengingen is het weergegeven moment-
koppel proportioneel ten opzichte van het werkelijke krachtverloop van de schuifaandrijving of het
koppelverloop van de zwenkaandrijving.
■
Bij opname van de koppelcurven verplaatst de aandrijving de armatuur minimaal 2 maal over
het totale steltraject.
■
Afbreken is op elk moment mogelijk: drive controller indrukken.
■
Storingen tijdens de opname (blokkering van het steltraject, afbreken door operator, spannings-
uitval, etc.) worden weergegeven op het display. Deze melding bevestigen.
De actuator gaat naar de uitgangsstatus "koppelcurve opnemen". De afgebroken opname of
curve wordt niet opgeslagen.
Pagina 98
Gebruiksaanwijzing
SIPOS SEVEN: PROFITRON, HiMod
Y070.302/NL