Gebruiksaanwijzing
SIPOS SEVEN: PROFITRON, HiMod
8�5�1 Ontgrendelen softwarefuncties en klantvarianten
In dit hoofdstuk wordt het ontgrendelen van de optionele softwarefuncties en klantvarianten
beschreven. Een softwarefunctie of klantvariant kan alleen op het gebruikersniveau 'expert'
worden ontgrendeld. Het gebruikersniveau wijzigen, zie "6 Gebruikersbeheer" op pagina 31.
Voor het ontgrendelen van een softwarefunctie of klantvariant is een ontgrendelingscode nodig,
die als accessoire verkrijgbaar is. De ontgrendelingscode is bij elke aandrijving verschillend.
Onbevoegd ontgrendelen/instellen van klantspecifieke varianten kan leiden tot schade aan de
aandrijving, armatuur en installatie!
De bedieningsvolgorde voor het ontgrendelen
van de softwarefuncties is altijd hetzelfde
en wordt daarom hier alleen als voorbeeld
beschreven.
Bedieningsvolgorde
1. In het menu 'parameters', 'softwarefuncties'
selecteren.
Het menu 'softwarefuncties' verschijnt met
het submenu 'ontgrendelen softwarefuncties'
(afb. 1, pos. 1).
Als er al softwarefuncties en/of klantvarianten
zijn ontgrendeld die parametreerbaar zijn,
worden de namen daarvan weergegeven,
afb. 1, pos. 2.
2. 'Ontgrendelen SW-functies' selecteren (afb.
2, pos. 1) en bevestigen (afb. 2, pos. 2).
Het menu verschijnt met de lijst van alle mo-
gelijke softwarefuncties en de status ervan:
– 'Ontgrendeld': functie is al ontgrendeld.
– 'Code invoeren': functie is niet ontgrendeld.
3. De gewenste softwarefunctie
afb. pos. 3; in dit voorbeeld 'procesregelaar'.
4. Selectie bevestigen, afb. pos. 4.
Op het display is nu 'code-input' te zien.
5. Voer de ondergrendelingscode in, afb. pos 5.
Als alle vier de posities van de ondergrende-
lingscode zijn ingevoerd, gaat de markering
naar 'Verder'.
6. Op 'Verder' klikken (pos. 6).
Op het display is nu het menu 'softwarefunc-
ties' te zien en de ontgrendelde functie wordt
weergegeven (zie ook boven bedieningsstap
1. en afb. 1, pos. 2).
7. Voor het parametreren van de functie de
'softwarefuncties' selecteren.
Verder zoals beschreven in de bijbehorende
aanvullende gebruiksaanwijzing.
De procedure voor het parametreren van de
softwarefuncties en klantvarianten wordt in apar-
te gebruiksaanwijzingen beschreven.
*
Als een klantvariant moet worden ontgrendeld, dan
de Drive Controller zo ver draaien tot de oranje selec-
tiemarkering op 'Klantvariant' staat.
Y070.302/NL
8 Parameters en mogelijke parameterwaarden
Afb� 1: menu 'softwarefuncties'
selecteren,
*
Afb� 2: softwarefuncties ontgrendelen
8�5 Softwarefuncties
Pagina 79
8