I/O bewaakt en stelt live-ingangs-/uitgangssignalen in van en naar de re-
gelkast voor de robot.
Log geeft de gezondheid van de robot aan, plus eventuele waarschuwin-
gen of foutberichten.
lecteert en toont het actieve programma en installatie (zie 20.4). Let op: Be-
standpad, Nieuw, Openen en Opslaan vormen samen Programma- en installatie-
beheer.
New... maakt een nieuw Programma of nieuwe Installatie.
Openen... opent een eerder gemaakt en opgeslagen Programma of In-
stallatie.
Opslaan... slaat een Programma, Installatie of beide tegelijkertijd op.
Let op: De pictogrammen Automatische modus en Handmatige modus verschijnen alleen in de
koptekst als u een wachtwoord bedrijfsmodus instelt.
Automatische geeft aan dat de robot de Automatische-omgeving heeft
geladen. Tik erop om naar de Handmatige omgeving over te schakelen.
Handmatige geeft aan dat de robot de Handmatige-omgeving heeft gela-
den. Tik erop om naar de Automatische omgeving over te schakelen.
Let op: De pictogrammen Plaatselijke modus en Besturing op afstand zijn alleen toegankelijk
als Besturing op afstand is ingeschakeld.
Plaatselijke geeft aan dat de robot lokaal kan worden bestuurd. Tik erop
om naar Besturing op afstand over te schakelen. Er moet een wachtwoord wor-
den ingesteld voor toegang tot het pictogram Plaatselijke modus.
Besturing op afstand geeft aan dat de robot op afstand kan worden be-
stuurd. Tik erop om naar Plaatselijke modus over te schakelen.
Controlesom geeft de actieve veiligheidsconfiguratie aan.
Hamburgermenu biedt toegang tot PolyScope Help, Over en Instellingen.
e-Series
10.1 Basisbeginselen van Polyscope
Programma- en installatiebeheer se-
II-4
Versie 5.4