Detectie
Als een koersafwijking wordt
gedetecteerd, wordt u gewaarschuwd
door het knipperen van dit lampje
op het instrumentenpaneel en een
geluidssignaal.
Als de richtingaanwijzer is ingeschakeld,
en ongeveer 20 seconden nadat deze
is uitgeschakeld, wordt er geen enkele
waarschuwing gegeven.
Storing
In het geval van een storing
gaat dit lampje branden op het
instrumentenpaneel, in combinatie met
een melding en een geluidssignaal.
Raadpleeg het dealernetwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Er kunnen storingen in de detectie
optreden:
-
als de rijstrookmarkeringen
weggesleten zijn,
-
als er weinig contrast is tussen het
wegdek en de markeringen,
-
als het gedeelte van de voorruit voor de
camera vuil, beslagen of bevroren is,
-
onder bepaalde weersomstandigheden:
mist, zware regenval, sneeuw,
schaduw, fel zonlicht of directe
blootstelling aan de zon (lage zon,
uitrijden van een tunnel enz.).
Lane Keeping System
Het systeem detecteert met behulp van een
camera aan de bovenzijde van de voorruit
rijstrookmarkeringen en randen van de
weg en corrigeert de koers van de auto
door de bestuurder te waarschuwen zodra
overschrijding van de rijstrookmarkering of
bermrand dreigt.
Dit systeem is met name nuttig op snelwegen
en autowegen.
Voorwaarden voor de werking
De snelheid van de auto moet liggen tussen
65 km/h en 180 km/h.
De bestuurder moet beide handen aan het
stuurwiel houden.
De koersafwijking moet plaatsvinden zonder
dat de richtingaanwijzers worden ingeschakeld.
Het ESP-systeem moet ingeschakeld en
storingsvrij zijn.
Dit systeem is een hulpmiddel voor de
bestuurder die echter te allen tijde zijn
aandacht op het verkeer moet blijven
vestigen. De bestuurder behoudt onder
alle omstandigheden de controle over de
auto.
Het systeem assisteert de bestuurder
uitsluitend als de auto ongewild de
rijstrook dreigt te verlaten. Het systeem
heeft geen invloed op de afstand tot de
voorligger, de snelheid en de remwerking.
De bestuurder moet altijd beide handen
aan het stuurwiel houden zodat hij kan
ingrijpen zodra het systeem dit niet
meer kan (bijvoorbeeld wanneer er geen
rijstrookmarkeringen meer op de weg zijn
aangebracht).
Zorg ervoor dat u de verkeersregels in
acht neemt en iedere twee uur een pauze
neemt.
Werking
Zodra het systeem signaleert dat ongewild een
van de gedetecteerde rijstrookmarkeringen of
bermranden van de weg overschreden dreigt te
worden, corrigeert het de koers van de auto tot
de auto weer netjes de rijstrook volgt.
De bestuurder kan daarbij merken dat het
stuurwiel wordt verdraaid.
06
193
Rijden