06
206
Rijden
Het is raadzaam deze weergave niet tijdens de
gehele manoeuvre te gebruiken.
De weergave heeft drie zones: links A, centraal
B en rechts C.
Deze weergave is alleen beschikbaar door
deze te selecteren in het menu voor het
veranderen van de weergave.
360 Vision
De auto is voorzien van een in de grille geplaatste
camera vóór en een camera achter die in de
buurt van de schakelaar voor het openen van de
achterklep is geplaatst.
Dankzij deze twee camera's kan het systeem de
nabije omgeving van de auto weergeven op het het
touchscreen, waarbij u kunt kiezen uit een weergave
van de omgeving achter de auto (camera achter),
als de achteruitversnelling is ingeschakeld, en een
weergave van de omgeving vóór de auto (camera
vóór), als de versnellingsbak in de neutraalstand
staat of een vooruitversnelling is ingeschakeld.
Beeld van de camera achter
Het systeem wordt automatisch geactiveerd wanneer
de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
De functie wordt uitgeschakeld:
-
automatisch, als de snelheid hoger wordt dan
ongeveer 10 km/h,
-
als uit de achteruitversnelling wordt geschakeld
(het beeld aan de achterzijde wordt dan na
7 seconden vervangen door het beeld aan de
voorzijde),
-
als op het rode kruis in de linkerbovenhoek
van het touchscreen wordt gedrukt.
Als een aanhanger is aangekoppeld of een
fietsendrager is gemonteerd op de trekhaak,
wordt het gebied achter de auto op het beeld
van bovenaf van de auto zwart weergegeven.
De beelden van de omgeving worden dan
uitsluitend samengesteld met behulp van de
camera vóór.
De verschillende weergaves van de camera
achter komen overeen met de weergaves
die beschreven zijn in het gedeelte over de
achteruitrijcamera.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de achteruitrijcamera.
Beeld van de camera's voor en achter
Bij draaiende motor en een
rijsnelheid van maximaal 20 km/h
kunt u deze functie activeren via
het menu Auto/Rijden van het
touchscreen:
F Selecteer "Panoramacamera".
De stand AUTO wordt standaard gebruikt, met
een weergave van de omgeving vóór de auto
als de versnellingsbak in de neutraalstand
staat of een vooruitversnelling is ingeschakeld,
en een weergave van de omgeving achter
de auto achter als de achteruitversnelling is
ingeschakeld.
De functie wordt uitgeschakeld:
-
automatisch, als de rijsnelheid hoger wordt
dan oageveer 30 km/h (het beeld verdwijnt
tijdelijk vanaf een snelheid van 20 km/h),
-
als op het rode kruis in de linkerbovenhoek
van het touchscreen wordt gedrukt.