Bij auto's met een Stop & Start-systeem
geldt dat zolang de voorruitontwaseming
in werking is, de STOP-functie niet
beschikbaar is.
Verwijder in winterse omstandigheden
alle sneeuw of ijs van de camera op de
voorruit voordat u wegrijdt.
Anders kan de werking van de apparatuur
van het camerasysteem worden
aangetast.
Voorruitverwarming
Bij koud weer verwarmt deze functie de
onderzijde van de voorruit en het gedeelte
langs de voorruitstijlen.
Zonder dat u daarvoor de instellingen van de
airconditioning hoeft te wijzigen, zorgt deze
functie ervoor dat de ruitenwisserbladen sneller
loskomen van de voorruit als ze zijn vastgevroren
en helpt een opeenhoping van sneeuw door de
werking van de ruitenwissers te voorkomen.
Inschakelen/uitschakelen
F Druk bij draaiende motor op deze toets; het
oranje lampje van de toets gaat branden.
Deze functie is actief zodra de
buitentemperatuur lager is dan 0°C.
F Druk nogmaals op deze toets om de functie
weer uit te schakelen; het lampje van de
toets gaat uit.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld als
de motor wordt afgezet.
Ergonomie en comfort
Ontwasemen – ontdooien
achterruit
Inschakelen
F Druk op deze toets om de achterruit en
de buitenspiegels (afhankelijk van de
uitvoering) te ontwasemen/ontdooien.
Het oranje lampje van de toets gaat branden.
Uitschakelen
De verwarming wordt automatisch
uitgeschakeld om overmatig stroomverbruik te
voorkomen.
F U kunt de achterruitverwarming ook eerder
uitschakelen door nogmaals op de toets te
drukken.
Het lampje van de toets gaat uit.
03
87