F Bevestig de sleepstang.
F Schakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F Rijd voorzichtig weg en houd zowel de
snelheid als het af te leggen traject beperkt.
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de ter plaatse geldende
regelgeving.
Controleer of het gewicht van de trekkende
auto hoger is dan van de auto die wordt
gesleept.
Er moet iemand achter het stuurwiel van de
gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon
moet beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
kabels, touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met
uitgeschakelde motor, werken ook de rem-
en stuurbekrachtiging niet.
Schakel in de volgende gevallen een
professioneel bergingsbedrijf in:
-
als de auto is gestrand op de
autosnelweg of autoweg,
-
bij auto's met vierwielaandrijving,
-
als het niet mogelijk is de
versnellingsbak in de neutraalstand te
zetten, het stuurslot te ontgrendelen of
de parkeerrem los te zetten,
-
als het bij een auto met automatische
transmissie niet mogelijk is om deze te
slepen met draaiende motor,
-
bij takelen met slechts twee wielen op
de grond,
-
bij het ontbreken van een
goedgekeurde sleepstang enz.
08
261
In geval van pech