Zorg ervoor dat de krik stabiel staat. Op
een gladde of losse ondergrond kan de
krik wegglijden of wegzakken – Kans op
letsel!
Plaats de krik uitsluitend onder een
steunpunt A of B onder de auto, en
controleer of de kop van de krik goed
tegen het midden van het contactvlak
van het steunpunt drukt. Anders kan
de auto beschadigd raken en/of de krik
wegzakken – Kans op letsel!
Monteren van een wiel
Bevestiging van het stalen reservewiel
of het noodreservewiel
Indien uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen is het normaal dat
bij het monteren van het reservewiel de
ringen van de bouten de stalen velg of
het noodreservewiel niet raken. Als de
bouten volledig zijn aangedraaid, zorgt het
conische draagvlak van de bouten voor de
bevestiging van het reservewiel.
F Plaats het wiel op de naaf.
F Draai de bouten met de hand vast.
F Draai de slotbout met de wielsleutel 5 en de
dop 2 handvast.
F Draai de overige wielbouten handvast met
alleen wielsleutel 5.
F Laat de auto weer volledig zakken.
F Vouw de krik 6 op en verwijder deze.
In geval van pech
F Draai de slotbout geheel vast met de
wielsleutel 5 en de dop 2.
F Draai de overige wielbouten vast met alleen
de wielsleutel 5.
F Bevestig de doppen op de wielbouten
(afhankelijk van de uitvoering).
F Berg het gereedschap op.
Na het verwisselen van een wiel
Leg het wiel met de lekke band in de
bagageruimte of, afhankelijk van de uitvoering,
verwijder de naafdop van het wiel en berg het
op de plaats van het reservewiel op.
08
249