dert het geluid tijdens het rijden en
het brandstofverbruik. Als maximale
prestaties van de auto worden ver-
langd (acceleratie en snelheid), is het
daarom normaal dat deze versnelling
bijna nooit wordt ingeschakeld.
De elektronisch geregelde automati-
sche versnellingsbak is voorzien van
een systeem dat de aandrijving van de
inwendige tandwielen tot een mini-
mum beperkt als de auto stilstaat met
ingetrapt rempedaal. De voordelen
van deze functie zijn minder geluid bij
stationair toerental, minder trillingen
en minder brandstofverbruik.
Bij stationair draaiende
motor en de versnellings-
pook in stand D kan de
auto in beweging komen, zelfs op
een vlakke ondergrond: houd het
rempedaal ingetrapt totdat u weer
wilt wegrijden.
Winterprogramma
Bij het wegrijden in omstandigheden
met weinig grip (besneeuwde wegen,
ijzel, enz.) schakelt de regeleenheid
van de automatische versnellingsbak
automatisch het "ICE"-programma
in.
Als dit programma is ingeschakeld,
kunt u wegrijden in de 2
versnelling,
e
om zo vlot mogelijk te vertrekken bij
optimale overbrengingsverhoudingen,
afhankelijk van de grip op de weg.
Het "ICE"-programma kan alleen
ingeschakeld worden als de versnel-
lingspook in stand D staat. Als de
pook in het gebied voor sequentiële
werking staat, wordt voor het ver-
trekken altijd de door de bestuurder
geselecteerde versnelling gebruikt.
Als het "ICE"-programma is inge-
schakeld, wordt de kick-down niet in-
geschakeld.
Inschakeling van een lagere
versnelling (kick-down)
Voor een snelle acceleratie (bijvoor-
beeld voor inhalen) moet het gaspe-
daal snel en diep worden ingetrapt,
waardoor de versnellingsbak de kortst
mogelijke overbrengingsverhouding,
die het toerenbereik van de motor toe-
staat, zal kiezen.
Als u het gaspedaal vervolgens los-
laat, zal de versnellingsbak een opti-
male overbrengingsverhouding kiezen
afhankelijk van de rijstijl en de gas-
klepopening.
De kick-down kan alleen worden in-
geschakeld als de versnellingspook in
stand D staat.
BELANGRIJK Gebruik de kick-
down alleen als dit nodig is, bijv. bij
het inhalen, om het brandstofverbruik
te beperken.
185