13) Plaats de krik onder de auto
dicht bij het te verwisselen wiel, op
het punt dat staat aangegeven aan de
onderkant van de portieren op onge-
veer 20 cm van de wielkuip, zoals af-
gebeeld in (fig. 11).
14) Draai met het wieltje A (fig. 12)
de krik iets omhoog en plaats vervol-
gens de krik onder de auto.
Draai het wieltje totdat de pen B
(fig. 12) van de krik goed in de zit-
ting C op de carrosserie valt.
fig. 11
Waarschuw
eventuele
omstanders dat de auto
wordt opgekrikt; zorg er-
voor dat ze zich niet in de nabij-
heid van de auto bevinden en de
auto vooral niet aanraken totdat
deze weer geheel op de grond
staat.
15) Steek de ratelsleutel A (fig. 13)
met de dopsleutel B op de as van de
krik.
BELANGRIJK De ene kant van de
ratelsleutel dient voor het losdraaien
en de andere voor het vastdraaien.
16) Krik de auto op totdat het wiel
enkele centimeters los van de grond
is.
fig. 12
fig. 13
273