8) Draai met de hand aan het wiel-
tje A (fig. 7) van de krik en neem de
krik uit de houder B.
fig. 7
fig. 8
272
9) Open de gereedschaptas en neem
het noodzakelijke gereedschap uit de tas
(fig. 8):
1 – sleepoog
2 – schroevendraaier met plat
blad/kruiskop
3 – ratelsleutel
4 – dopsleutel voor ratelsleutel
5 – centreerpen
6 – gereedschap voor verwijderen
wieldeksel
7 – dop voor met de hand los-/vast-
draaien wielbouten
8 – sleutel voor bouten van deksel
reservoir stuurbekrachtiging
fig. 9
9 – sleutel voor het in noodgevallen
bedienen van het opendak (in-
dien aanwezig).
10) Verwijder het geklemde wiel-
deksel A (fig. 9) door het daarvoor
bestemde gereedschap B in de zitting
C te steken en er aan te trekken.
11) Monteer de dopsleutel A (fig.
10) op de ratelsleutel B.
BELANGRIJK De ene kant van de
ratelsleutel dient voor het losdraaien
en de andere voor het vastdraaien.
12) Draai de wielbouten ongeveer
één slag los en schud vervolgens enige
malen aan de bovenkant van de car-
rosserie, waardoor de velg los van de
wielnaaf kan komen.
fig. 10