HERKENNINGSSENSOR
PASSAGIER VOOR
De airbag voor aan passagierszijde
is u itgerust m et e en s ensor d ie
tussen de vulling en de buitenste
voering v an d e z itting v an d e
passagiersstoel is geplaatst. Via deze
sensor k an e en r egeleenheid d e
aanwezigheid van een persoon
signaleren.
Als de passagiersstoel niet bezet is,
wordt de airbag niet geactiveerd.
ZEER
GEVAAR-
LIJK De herken-
ningssensor voor
de passagier voor is niet ontwor-
pen voor de herkenning van kin-
derzitjes op de passagiersstoel,
waardoor de airbag aan passa-
gierszijde niet automatisch kan
worden uitgeschakeld. Als op de
passagiersstoel voor een kinder-
zitje wordt geplaatst, moet de air-
bag aan passagierszijde worden
uitgeschakeld met behulp van de
daarvoor bestemde sleutelschake-
laar (zie de aanwijzingen in de vo-
rige paragraaf).
Plaats
geen
voorwerpen op de passa-
giersstoel voor. Bij een on-
geval wordt de airbag voor aan
passagierszijde namelijk geacti-
veerd als deze niet was uitge-
schakeld met behulp van de sleu-
telschakelaar.
De indelingssensor is niet
in staat om de aanwezig-
heid van een inzittende
waar te nemen als tussen de inzit-
tende en de sensor kussentjes,
hoezen, enz. zijn geplaatst.
BELANGRIJK De inzittende wordt
bij een botsing optimaal door het sys-
teem beschermd als hij/zij in de juiste
positie op de stoel zit (fig. 88).
zware
fig. 88
91