ELEKTRONISCHE
REGELEENHEDEN
Bij een normaal gebruik van de auto
zijn speciale voorzorgsmaatregelen
niet nodig.
Het is echter nodig de volgende aan-
wijzingen nauwkeurig op te volgen bij
werkzaamheden aan de elektrische in-
stallatie of bij een noodstart:
– Koppel de accu nooit los van de
elektrische installatie bij een draai-
ende motor.
– Koppel de accuklemmen altijd los
als de accu moet worden opgeladen.
Moderne laadapparaten kunnen een
spanning leveren tot 20V.
– Gebruik nooit een acculader voor
het starten van de motor, maar ge-
bruik een hulpaccu.
– Let op een goede aansluiting tus-
sen de accu en de elektrische installa-
tie, zowel wat betreft de juiste aan-
sluitwijze als de juiste verbinding tus-
sen de polen en de kabeluiteinden.
334
– Neem de stekkers van de regeleen-
heden nooit los en sluit ze nooit aan
als de contactsleutel in stand MAR
staat.
– Controleer de polariteit niet door
middel van vonken.
– Neem de stekkers van de regeleen-
heden los voor het uitvoeren van las-
werkzaamheden aan de carrosserie.
Verwijder de regeleenheden als de
temperatuur boven de 80°C stijgt
(bijzondere werkzaamheden aan de
carrosserie, enz.).
Modificaties of reparaties
aan de elektrische instal-
latie die niet correct wor-
den uitgevoerd en waarbij geen re-
kening wordt gehouden met de
technische specificaties van het
systeem, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand veroorza-
ken.
BOUGIES
Schone en goede bougies met de
juiste warmtegraad zijn van door-
slaggevend belang voor een goede
werking van de motor en een lage uit-
stoot van schadelijke stoffen van de
motor.
De informatie die de bougie levert
aan een deskundige is een belangrijke
bron voor het opsporen van de sto-
ring, ook als deze niet door de ontste-
king wordt veroorzaakt. Het is
daarom belangrijk dat bij storingen in
de motorwerking de bougies worden
gecontroleerd door de
dealer.
De bougies moeten bij de
kilometerstanden worden
vervangen die in het on-
derhoudsschema zijn aangegeven.
Gebruik uitsluitend bougies van
het voorgeschreven type: bougies
met een afwijkende warmtegraad
of waarvan de voorgeschreven le-
vensduur niet is gegarandeerd,
kunnen motorstoringen veroorza-
ken.
Lancia-