ECG, aritmie en ST-segment
kanaal. In de modus voor neonaten verschijnt altijd
het bericht Pacemaker uit; pacermakerdetectie is
voor neonaten altijd uitgeschakeld.
Volg de richtlijnen op pagina 241 om de
pacemakerbewaking te optimaliseren.
Voorzorgsmaatregelen bij pacemakers
De M540 is getest op de detectie van pacemaker-
pulsen. Het is echter onmogelijk om te anticiperen
op alle klinisch mogelijke curve-kenmerken. Voor
een gepacete patiënt, kan het daarom gebeuren
dat de M540 hartslagen onjuist telt en frequentieaf-
hankelijke aritmieën onjuist interpreteert.
Onjuiste alarmen voor een lage hartfrequentie
kunnen zich voordoen onder de volgende
omstandigheden:
– 700 mV pacemakerpulsen gevolgd door
QRS-complexen kleiner dan 0,5 mV
– Asynchrone pacemakerpulsen met
doorschieten
– Asynchrone pacemaker met pacemakerpulsen
met een grote amplitude zonder doorschieten
en een lage hartfrequentie (30 bpm)
– Grote atriale pacemakerpuls gevolgd door een
grote ventriculaire pacemakerpuls met
doorschieten (beide met identieke amplitude en
duur)
Onjuiste alarmen voor een lage hartfrequentie en
asystolie kunnen leiden tot de volgende conditie:
– Samengestelde hartslagen en asynchrone
pacemaker, wanneer de koppelingsintervallen
liggen tussen +10 en –90 ms
238
Gebruiksaanwijzing – Infinity
Pacemakerdetectie activeren/deactiveren
1 Voer een van de volgende handelingen uit:
– Selecteer het parameterveld voor de
hartfrequentie om de ECG-pagina
rechtstreeks te openen.
– Selecteer Sensor parameters... in de
hoofdmenubalk en selecteer vervolgens het
tabblad ECG.
2 Selecteer het tabblad Instell. 2.
3 Selecteer Aan naast Pacemaker detectie.
Onjuiste alarmen voor een hoge hartfrequentie
kunnen zich voordoen onder de volgende
omstandigheden:
– Asynchrone pacemaker met pacemakerpulsen
met grote "puls tails" en een lage hartfrequentie
(30 bpm)
– Pacemakerpulsen boven 500 - 700 mV, zoals
wanneer een externe pacemaker wordt
gebruikt, kunnen een elektrisch doorschieten
veroorzaken dat een QRS-complex kan
nabootsen. Dit kan de nauwkeurigheid van de
ECG-hartslagclassificatie beïnvloeden.
Dräger adviseert om patiënten met hartslagsti-
mulatie nauwlettend in de gaten te houden.
– Grote atriale pacemakerpuls gevolgd door een
grote ventriculaire pacemakerpuls (beide met
identieke amplitude en duur)
Onjuiste artefactomstandigheden kunnen zich
voordoen onder de volgende omstandigheden:
– Pacemakerpulsen boven +/- 500 mV, zoals
wanneer een externe pacemaker wordt
gebruikt, kunnen een elektrisch doorschieten
veroorzaken dat een ECG-artefact nabootst. Dit
kan de nauwkeurigheid van de
ECG-hartslagclassificatie beïnvloeden.
Dräger adviseert om patiënten met hartslagsti-
mulatie nauwlettend in de gaten te houden.
®
Acute Care System – Bewakingstoepassingen – VG8.0